
De studie includeerde 67 patiënten (leeftijdsrange 39-77 jaar; 73% blank; 87% mammacarcinoom) die in telefonische interviews informatie verstrekten over hun gebruik van HS en andere medicaties voor, tijdens, en na de chemotherapie. Het mediane aantal gebruikte medicaties was 11 (range 2-28) en was het hoogst tijdens de chemotherapie (7; range 2-22). HS werd gebruikt door 84% van de patiënten. De onderzoekers identificeerden 1747 PMIs waarvan de meeste optraden tijdens de chemotherapie. Meer dan de helft van de PMIs (56%) werden in verband gebracht met HS-gebruik. Vierenvijftig procent van de HMIs werden gecategoriseerd als matige interacties en 38% als majeure interacties. Het percentage HS-gebruiken patiënten nam toe van 51% tijdens de chemotherapie tot 66% na de chemotherapie; deze toename ging vergezeld van een toename van de prevalentie van PMIs van 46% tot 60%. HS-gebruikers hadden een hogere waarschijnlijkheid van majeure PMI dan niet-HS gebruikers (92% versus 70%; p=0,038).
De onderzoekers concluderen dat HS-gebruik prevalent was onder patiënten die chemotherapie ondergingen en geassocieerd was met verhoogd risico van PMIs tijdens en na de chemotherapie.
1.Lee RT, Kwon N, Wu J et al. Prevalence of potential interactions of medications, including herbs and supplements, before, during, and after chemotherapy in patients with breast and prostate cancer. Cancer 2021; epub ahead of print
Summary: A telephone survey among patients who recently completed chemotherapy for breast or prostate cancer found that use of herbs and supplements before, during, and after chemotherapy was prevalent (84% of patients) and placed them at risk for potential medication interactions. Approximately half of the PMIs (54%) were categorized as moderate interactions and 38% were categorized as major interactions.