In vrijwel
alle landen komt primair levercarcinoom minder voor onder vrouwen dan onder
mannen. Deze discrepantie zou kunnen duiden op een effect van hormoonspiegels
op het risico van levercarcinoom. Dr. Katherine McGlynn (National Cancer
Institute, Bethesda MD) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de
relatie tussen het gebruik van menopauzale hormoontherapie (MHT) en het risico.
De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.1
De
onderzoekers voerden een patiënt-controlestudie uit in de Clinical Practice Research Datalink van het Verenigd Koninkrijk. Ze
vonden gegevens van 339 vrouwen met een diagnose primair levercarcinoom tussen
1988 en 2011, en selecteerden per patiënt vier voor leeftijd gematchte controlevrouwen
(n=1318). Uit de analyses blijkt dat MHT-gebruik geassocieerd was met een
significant ruim 40% lager risico van primair levercarcinoom (OR 0,58; 95%-bti
0,37-0,98). De inverse associatie was nog sterker voor gebruik van alleen-oestrogeen MHT (OR 0,44; 95%-bti 0,22-0,88). Onder de gematchte patiënten (n=58) en
controlevrouwen (n=232) met diabetes was de OR gelijk aan die in de overall analyse,
maar niet statistisch significant (OR 0,57; 95%-bti 0,09-3,53).
De
onderzoekers concluderen dat de studie uitwijst dat MHT-gebruik invers
geassocieerd is met het risico van primair levercarcinoom. Deze uitkomst is
niet in strijd met de hypothese dat hormonale etiologie (een deel van) het
verschil in incidentie van de ziekte onder mannen en vrouwen kan verklaren.
1.McGlynn KA, Hagberg K, Chen J et al. Menopausal
hormone therapy use and risk of primary liver cancer in the Clinical Practice
Research Datalink. Int J Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)