
In de database van de DBCG identificeerden de onderzoekers 4353 vrouwen met een diagnose premenopauzaal HR+ BC tussen begin 2002 en eind 2011 die AET startten. De onderzoekers onderscheidden drie adherentiepatronen. Factoren die geassocieerd waren met hogere waarschijnlijkheid van rapid decline vergeleken met high adherence waren stadium I ziekte (versus stadium II: OR 1,9; 95%-bti 1,5-2,5), geen gebruik van chemotherapie (versus chemotherapie: 4,3; 3,0-6,1), prevalente comorbiditeit (CCI score ≥1 versus 0: 1,6; 1,1-2,3), en geschiedenis van chronisch gebruik van non-cancer medication (versus geen geschiedenis 1,3; 1,0-1,8).
De onderzoekers concluderen dat interventies om de adherentie te verbeteren in de geïdentificeerde groepen het risico van recidiverende ziekte op bevolkingsniveau zou kunnen verlagen.
1.Woolpert KM, Schmidt JA, Ahern TP et al. Clinical factors associated with patterns of endocrine therapy adherence in premenopausal breast cancer patients. Breast Cancer Res 2024;26:59
Summary: A population-based retrospective study among Danish premenopausal HR-positive breast cancer patients identified clinical factors associated with patterns of adjuvant endocrine therapy adherence.