![Prof. Paul Redmond](https://www.rcsi.com/dublin/-/media/feature/news/dublin/rcsi-people/paul-redmond.jpg)
In de literatuur tot eind oktober 2019 zochten de onderzoekers naar studies van patiënten met alleen mammacarcinoom, waarin ctDNA-gehalten bepaald werden en de DFS (of progressievrije of recidiefvrije overleving) gerapporteerd werden als HR. Ze vonden acht studies, met tezamen 739 patiënten, die aan de inclusiecriteria voldeden. Detectie van ctDNA, zowel voor als na de behandeling, was statistisch significant geassocieerd met kortere DFS (HR 4,44; p<0,001). Dit was zowel het geval onder patiënten met vroeg-stadium mammacarcinoom (HR 8,32; p<0,001) als onder patiënten met lokaal-gevorderde of metastatische ziekte (HR 1,91; p<0,001). Detectie van ctDNA voor aanvang van de behandeling was geassocieerd met kortere DFS (HR 3,30; p<0,001). Detectie van ctDNA na de behandeling was statistisch niet-significant geassocieerd met kortere DFS (HR 8,17; p=0,05).
De onderzoekers concluderen dat verhoogd plasma ctDNA geassocieerd was met hoog risico van recidief.
1.Cullinane C, Fleming C, O’Leary DP et al. Association of circulating tumor DNA with disease-free survival in breast cancer. A systematic review and meta-analysis. JAMA Network Open 2020;3:e2026921
Summary: A meta-analysis of 8 studies (739 patients) found that among patients with breast cancer elevated plasma ctDNA was associated with high risk of relapse.