
De onderzoekers vonden in de literatuur vijftien voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 8563 patiënten. De studies hanteerden verschillende afsnijwaarden voor definitie van ‘hoge NLR’, uiteenlopend van 1,9 tot 5,0. De mediane afsnijwaarde was 3,0 in dertien studies die de associatie tussen NLR en overall survival rapporteerden, en 2,5 in tien studies die de associatie tussen NLR en ziektevrije overleving rapporteerden. Deze figuur laat zien dat een hoge NLR (hoger dan de afsnijwaarde) geassocieerd was met zowel slechtere OS (panel A, HR 2,56; p<0,001) als slechtere DFS (panel B, HR 1,74; p<0,001). Deze associaties werden gezien in zowel studies met alleen patiënten met vroeg-stadium ziekte als in studies met patiënten met vroeg-stadium en metastatische ziekte. NLR had een hogere prognostische impact voor DFS, maar niet OS, in ER-negatieve en HER2-negatieve ziekte dan in andere typen mammacarcinoom.
De onderzoekers concluderen dat een hoge NLR geassocieerd is met ongunstige OS en DFS in patiënten met mammacarcinoom, met een grotere impact op ziektespecifieke uitkomsten in ER-negatieve en HER2-negatieve ziekte.
1.Ethier J-L. Desautels D, Templeton A et al. Prognostic role of neutrophil-to-lymphocyte ratio in breast cancer: a systematic review and meta-analysis. Breast Cancer Res 2017; epub ahead of print