ER-positieve
tumoren van de borst vertonen over het algemeen goede respons op endocriene
behandeling. Adjuvante endocriene therapie wordt veel toegepast, maar de rol
van endocriene therapie in de neoadjuvante setting is onduidelijk. Dr. Aditya
Bardia (Massachusetts General Hospital, Boston) en collega’s hebben een meta-analyse uitgevoerd van gerandomiseerde
prospectieve neoadjuvante studies van ER-positief mammacarcinoom met in
tenminste één arm neoadjuvante endocriene therapie (NET). De meta-analyse is online
gepubliceerd in JAMA Oncology.1
In de
literatuur tot 15 mei 2015 vonden de onderzoekers twintig voor het onderwerp
relevante studies met tezamen 3490 patiënten. Vergeleken met combinatie-chemotherapie
had NET-monotherapie met aromataseremmers vergelijkbare klinische respons (OR
1,08; p=0,85), radiologische respons (OR
1,38; p=0,12), en borstsparende chirurgie (OR 0,65; p=0,07), maar lagere
toxiciteit. Vergeleken met tamoxifen hadden aromataseremmers significant betere
klinische respons (OR 1,69; p<0,001), radiologische respons (OR 1,49;
p<0,001) en BCS (OR 1,62; p<0,001). Vergeleken met endocriene
monotherapie had duale combinatietherapie met groeifactor-routeremmers betere
radiologische respons (OR 1,59; p=0,03) maar niet klinische respons (OR 0,76;
p=0,11). De incidentie van pathologisch complete respons was laag (minder dan
10%).
De
onderzoekers concluderen dat NET monotherapie geassocieerd is met respons die
vergelijkbaar is met die van combinatie-chemotherapie, maar met significant
minder toxiciteit.
1.Spring
LM, Gupta A, Reynolds KL et
al. Neoadjuvant endocrine therapy for estrogen receptor-positive breast cancer.
A systematic review and meta-analysis. JAMA Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)