Borstsparende therapie (BCT) voor vroeg-stadium mammacarcinoom omvat gehele-borst radiotherapie die kan worden gegeven in standaardfractionering (SRT) of versnelde fractionering (ART). Dr. Nirav Kapadia (Dartmouth College, Hanover NH) en collega’s hebben een meta-analyse uitgevoerd van gerandomiseerde studies van lumpectomie gevolgd door ART versus SRT voor vrouwen die BCT ondergingen voor stadium T1-T2 en/of N1 mammacarcinoom of carcinoom in situ. Ze publiceren de meta-analyse online in Breast Cancer Research and Treatment.¹


In de literatuur tot en met 2014 vonden de onderzoekers dertien voor het onderwerp relevante studies, met tezamen 8189 deelneemsters. De meta-analyse liet geen verschil zien voor drie-jaars lokaal falen (zeven studies; SRT versus ART relatief risico 0,97; 95%-bti 0,78-1,19; I²=0%), drie-jaars locoregionaal falen (acht studies; RR 0,86; 95%-bti 0,63-1,16; I²=0%) en drie-jaars overall survival (vier studies; RR 1,00, I²=0%). ART was geassocieerd met significant minder acute toxiciteit (vijf studies; RR 0,36; 95%-bti 0,21-0,63; I²=20%) maar er was tussen SRT en ART geen verschil in cosmetische uitkomst na drie jaar (RR 0,95; 95%-bti 0,81-1,12; I²=54%).

De onderzoekers concluderen dat ART vergeleken met SRT niet resulteert in slechtere ziektecontrole of lange-termijn cosmetische uitkomst, maar wel het risico van acute stralingstoxiciteit kan verlagen.

1.Valle LF, Agarwal S, Bickel KE et al. Hypofractionated whole breast radiotherapy in breast conservation for early-stage breast cancer: a systematic review and meta-analysis of randomised trials. Breast Cancer Res Treat 2017; epub ahead of print