
De onderzoekers inventariseerden gegevens uit de veiligheidssets van BOLERO-2 en BOLERO-3 (mammacarcinoom), RECORD-1 (niercelcarcinoom), RADIANT-2 (carcinoïde tumoren), RADIANT-3 (pancreas-NETs) en EXIST-1 en EXIST-2 (TSC). Stomatitis werd gezien in 67% van de deelnemers aan de solide-tumorstudies (973 van 1455 patiënten) en 70% van de deelnemers aan de TSC-studies (110 van 157). De meeste stomatitisgebeurtenissen waren graad 1 of 2; graad 3- of 4-stomatitis werd in minder dan 10% van de deelnemers gezien. Vanwege het geringe aantal deelnemers kon er geen goede analyse uitgevoerd worden van de relatie tussen stomatitis en respons in de TSC-studies.
In de solide-tumorstudies werden de meeste (89%) stomatitisgebeurtenissen gezien in de eerste acht weken van de everolimusbehandeling. Patiënten met stomatitis binnen acht weken hadden een langere progressievrije overleving dan everolimus-behandelde patiënten zonder stomatitis in BOLERO-2 (8,5 versus 6,9 maanden; HR 0,78; 95%-bti 0,62-1,00) en RADIANT-3 (13,9 versus 8,3 maanden (HR 0,70; 95%-bti 0,48-1,04). Een vergelijkbare maar niet statistisch significante trend werd gezien in RECORD-1 (HR 0,90) en RADIANT-2 (HR 0,87), maar niet in BOLERO-3 (HR 1,01).
De onderzoekers concluderen dat stomatitis geen ongunstige impact op de PFS had in de solide-tumorenstudies. Deze waarneming steunt het gebruik van everolimus in overeenstemming met de standaard richtlijnen.
1.Rugo HS, Hortobagyi GN, Yao J et al. Meta-analysis of stomatitis in clinical studies of everolimus: incidence and relationship with efficacy. Ann Oncol 2016; epub ahead of print