
De meta-analyse includeerde 8 studies met tezamen 766 ALK+, 143 ROS1+, en 2314 non-ALK+ en non-ROS1+ NSCLC-patiënten. Onder patiënten met ALK+ NSCLC was de gepoolde OR voor totaal TE 2,00 (95%-bti 1,60-2,50), voor veneus TE 2,10 (1,70-2,60) en voor arterieel TE 1,24 (0,80-1,91). Onder patiënten met ROS1+ NSCLC was de gepoolde OR voor TTE 3,08 (95%-bti 1,95-4,86), en voor VTE 3,15 (1,83-5,43). Zes studies met tezamen 739 ALK+, 137 ROS1+, 561 EGFR+, en 714 ‘wildtype’ NSCLC-patiënten werden geïncludeerd in een time-to-event analyse. De figuur laat de resultaten van de analyse zien.
De onderzoekers concluderen dat patiënten met ALK+ en ROS1+ NSCLC een hoger TE-risico hadden dan patiënten met NSCLC zonder deze rearrangements.
1.Zhu VW, Zhao JJ, Gao Y et al. Thromboembolism in ALK+ and ROS1+ NSCLC patients: a systematic review and meta-analysis. Lung Cancer 2021.05.019
Summary: Meta-analysis of published studies found that patients with NSCLC with ALK or ROS1 rearrangements had a higher risk of thromboembolism compared to patients with NSCLC without these rearrangements. The cumulative incidence of thromboembolism was 50% at year 3 of diagnosis of ROS1+ NSCLC.