Er zijn aanwijzingen voor een toename van de incidentie van tweede primaire maligniteiten onder overlevers van mammacarcinoom (BC). Een systematisch overzicht en meta-analyse van gepubliceerde studies heeft het risico van tweede niet-borst maligniteiten na BC in vrouwen geïnventariseerd. PhD-student Isaac Allen (University of Cambridge, UK) en collega’s publiceren de analyse in Breast Cancer Research.¹



In de literatuur tot en met maart 2022 vonden de onderzoekers één prospectieve en zevenentwintig retrospectieve voor het onderwerp relevante cohortstudies die aan de inclusiecriteria voldeden. De standardized incidence ratios voor tweede primaire maligniteit liepen tussen de studies uiteen van 0,84 tot 1,84, met een gepoolde SIR 1,24 (95%-bti 1,14-1,36; I²=99%). Deze SIR was hoger onder vrouwen met een BC-diagnose voor de leeftijd vijftig jaar (1,59; 1,36-1,85) dan onder vrouwen met een BC-diagnose op de leeftijd vijftig jaar of ouder (1,13; 1,01-1,36; p voor verschil <0.001), en onder vrouwen in Azië (1,47; 1,29-1,67) vergeleken met vrouwen in Europa (1,16; 1,04-1,28). De SIRs waren significant verhoogd voor tien typen maligniteiten, uiteenlopend van 1,15 voor blaascarcinoom tot 1,89 voor schildkliercarcinoom.

De onderzoekers concluderen dat overlevers van BC significant verhoogde risico’s hebben van tweede primaire maligniteiten.

1.Allen I, Hassan H, Sofianopoulou E et al. Risks of second non-breast primaries following breast cancer in women: a systematic review and meta-analysis. Breast Cancer Res 2023; 25:18

Summary: A systematic review and meta-analysis of one prospective and twenty-seven retrospective studies analyzed the risks of second non-breast primaries following breast cancer in women. The standardized incidence ratios for second non-breast primaries combined ranged from 0.84 to 1.84, with a summary SIR estimate 1.24 (95% CI 1.14-1.36; I²=99).