Gefitinib,
erlotinib, en afatinib zijn drie EGFR-tyrosinekinaseremmers die veel worden
gebruikt voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom. Prof. Jinling
Tang (The Chinese University of Hong Kong) en collega’s hebben een meta-analyse
uitgevoerd van de relatieve werkzaamheid en veiligheid van deze drie middelen.
Ze publiceren de meta-analyse vandaag online in het International
Journal of Cancer.1 De onderzoekers includeerden in de analyse acht
gerandomiseerde studies en 82 cohortstudies met tezamen 17.621 patiënten.
De
meta-analyse vond vergelijkbare effecten van gefitinib en erlotinib op
progressievrije overleving (HR 1,00; 95%-bti 0,95-1,04), overall survival (HR 0,99; 95%-bti 0,93-1,06), overall response rate (RR 1,05; 95%-bti 1,00-1,11), en disease control rate (RR 0,98; 95%-bti
0,96-1,01), ongeacht EGFR-mutatiestatus,
etniciteit, lijn van behandelking, en aanwezigheid van hersenmetastasen bij
aanvang van de behandeling. Gefitinib was geassocieerd met meer graad 3 en 4 leverdysfunctie,
maar had een trend van minder frequente doseringsreducties en discontinering
van de behandeling en statistisch significant minder totale graad 3 en 4
adverse events (RR 0,78; 95%-bti 0,65-0,94) vergeleken met erlotinib. Er waren
geen harde bewijzen voor een betere werkzaamheid van afatinib vergeleken met
gefitinib of erlotinib in eerstelijns behandeling van EGFR-mutant
NSCLC, maar afatinib was wel meer werkzaam dan erlotinib als tweedelijns
behandeling voor gevorderd squameus celcarcinoom. Afatinib had niet significant
meer frequent graad 3 of 4 AEs and erlotinib maar wel meer frequent dan
gefitinib.
1.Yang Z, Hackshaw A, Feng Q et al. Comparison
of gefitinib, erlotinib and afatinib in non-small cell lung cancer: A
meta-analysis. Int J Cancer 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)