Er is niet
voldoende evidentie, en alleen van retrospectieve studies, om te kunnen
beoordelen of de overleving van vroeg-stadium cervixcarcinoom na
laparoscopische of robot-geassisteerde radicale hysterectomie
(‘minimaal-invasieve chirurgie’) equivalent is aan de overleving na open
abdominale radicale hysterectomie (‘open chirurgie’). De Laparoscopic Approach to Cervical Cancer (LACC)-studie is
uitgevoerd om deze equivalentie te beoordelen. Dr. Pedro Ramirez (MD Anderson Cancer Center,
Houston TX) en collega’s publiceren de studie online in The New England Journal of Medicine.1
LACC,
uitgevoerd in 33 centra worldwide,
includeerde patiënten met stadium IA1, IA2, of IB1 cervixcarcinoom, met
squameus celcarcinoom, adenocarcinoom, of adenosquameuze histologie. De
gemiddelde leeftijd was 46,0 jaar en de meeste patiënten (91,9%) hadden stadium
Ib1-ziekte. De patiënten werden gerandomiseerd naar minimaal-invasieve
chirurgie (n=319) of open chirurgie (n=312). In de minimaal-invasieve
chirurgiegroep onderging 84,4% laparoscopische en 15,6% robot-geassisteerde
chirurgie. De twee groepen verschilden niet significant wat betreft
tumorkenmerken. Het primaire eindpunt van de studie was percentage ziektevrije
patiënten na 4,5 jaar. Het criterium
voor non-inferioriteit was ondergrens van het 95%-bti voor het verschil tussen
minimaal-invasieve en open chirurgie hoger dan -7,2% (dus dichter bij 0).
De figuur toont de ziektevrije overleving in beide groepen. Na 4,5 jaar was
86,0% in de minimaal-invasieve chirurgiegroep versus 96,5% in de
open-chirurgiegroep ziektevrij (verschil -10,6%; 95%-bti -16,4% tot -4,7%; p
voor non-inferioriteit 0,87). Deze figuur laat zien dat ook de overall
survival, ziekte-specifieke overleving, en locoregionaal recidief
significant slechter waren in de groep met minimaal-invasieve chirurgie dan in
de groep met open chirurgie.
De
onderzoekers concluderen dat de studie laat zien dat in patiënten met
vroeg-stadium cervixcarcinoom minimaal-invasieve radicale hysterectomie
geassocieerd was met slechtere ziektevrije overleving en overall survival dan open chirurgie. Tegelijkertijd met de
publicatie van de LACC-studie is in NEJM een analyse van de SEER-database gepubliceerd die tot een vergelijkbare conclusie
komt.2
1.Ramirez
PT, Frumovitz M, Pareja R et al. Minimally invasive versus abdominal radical hysterectomy for cervical
cancer. N Engl J Med 2018; epub ahead of print 2.Melamed A, Margul DJ, Chen L et al.
Survival after minimally invasive radical hysterectomy for early-stage cervical
cancer. N Engl J Med 2018; epub ahead of print