Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Minimaal-invasieve versus abdominale radicale hysterectomie voor cervixcarcinoom


Dr. Pedro RamirezEr is niet voldoende evidentie, en alleen van retrospectieve studies, om te kunnen beoordelen of de overleving van vroeg-stadium cervixcarcinoom na laparoscopische of robot-geassisteerde radicale hysterectomie (‘minimaal-invasieve chirurgie’) equivalent is aan de overleving na open abdominale radicale hysterectomie (‘open chirurgie’). De Laparoscopic Approach to Cervical Cancer (LACC)-studie is uitgevoerd om deze equivalentie te beoordelen. Dr. Pedro Ramirez (MD Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie online in The New England Journal of Medicine.1

LACC, uitgevoerd in 33 centra worldwide, includeerde patiënten met stadium IA1, IA2, of IB1 cervixcarcinoom, met squameus celcarcinoom, adenocarcinoom, of adenosquameuze histologie. De gemiddelde leeftijd was 46,0 jaar en de meeste patiënten (91,9%) hadden stadium Ib1-ziekte. De patiënten werden gerandomiseerd naar minimaal-invasieve chirurgie (n=319) of open chirurgie (n=312). In de minimaal-invasieve chirurgiegroep onderging 84,4% laparoscopische en 15,6% robot-geassisteerde chirurgie. De twee groepen verschilden niet significant wat betreft tumorkenmerken. Het primaire eindpunt van de studie was percentage ziektevrije patiënten na 4,5 jaar. Het criterium voor non-inferioriteit was ondergrens van het 95%-bti voor het verschil tussen minimaal-invasieve en open chirurgie hoger dan -7,2% (dus dichter bij 0).

De figuur toont de ziektevrije overleving in beide groepen. Na 4,5 jaar was 86,0% in de minimaal-invasieve chirurgiegroep versus 96,5% in de open-chirurgiegroep ziektevrij (verschil -10,6%; 95%-bti -16,4% tot -4,7%; p voor non-inferioriteit 0,87). Deze figuur laat zien dat ook de overall survival, ziekte-specifieke overleving, en locoregionaal recidief significant slechter waren in de groep met minimaal-invasieve chirurgie dan in de groep met open chirurgie.

De onderzoekers concluderen dat de studie laat zien dat in patiënten met vroeg-stadium cervixcarcinoom minimaal-invasieve radicale hysterectomie geassocieerd was met slechtere ziektevrije overleving en overall survival dan open chirurgie. Tegelijkertijd met de publicatie van de LACC-studie is in NEJM een analyse van de SEER-database gepubliceerd die tot een vergelijkbare conclusie komt.2

1.Ramirez PT, Frumovitz M, Pareja R et al. Minimally invasive versus abdominal radical hysterectomy for cervical cancer. N Engl J Med 2018; epub ahead of print
2.Melamed A, Margul DJ, Chen L et al. Survival after minimally invasive radical hysterectomy for early-stage cervical cancer. N Engl J Med 2018; epub ahead of print

Summary: The international Laparoscopic Approach to Cervical Cancer trial showed that, among women with early-stage cervical cancer, minimally invasive radical hysterectomy was associated with lower rates of disease-free survival and overall survival than open abdominal radical hysterectomy. This result is consistent with the conclusion of a simultaneously published analysis of the SEER database.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren