Hepatoblastoombehandeling
met curatieve intentie vereist chirurgische resectie. Ongeveer een derde van de
nieuw-gediagnostiseerde patiënten heeft bij diagnose resectabele ziekte. Na
upfront resectie krijgen de patiënten gewoonlijk vier tot zes cycli adjuvante
chemotherapie met de combinatie van cisplatine, vincristine, en fluorouracil. De
AHEP0731-studie van de Children’s
Oncology Group onderzocht wat de impact is van een geringer aantal cycli op
de gebeurtenisvrije overleving in kinderen (leeftijd tot 21 jaar) met bij
diagnose compleet geresecteerd hepatoblastoom. Prof. Howard Katzenstein (Wolfson
Children’s Hospital, Jacksonville FL) en collega’s publiceren resultaten van de studie online in The Lancet Oncology.1
De multicenter
studie includeerde patiënten in vier risicogroepen. De nu gepubliceerde analyse
heeft alleen betrekking op patiënten in het laag-risico stratum, met
compleet-geresecteerd stadium I of II hepatoblastoom, Karnofsky of Lansky
performance status tenminste 50%, serum α-fetoproteïne hoger dan 100 ng/ml, en
zonder eerdere chemotherapie of andere hepatoblastoom-gerichte therapie. Ze
kregen twee cycli adjuvant cisplatine, vincristine, en fluorouracil. Het
primaire eindpunt was door lokale behandelaars beoordeelde gebeurtenisvrije
overleving.
Het laag-risico
stratum van AHEP0371 includeerde 51 patiënten van 32 centra, onder wie 49 die
chemotherapie na chirurgie kregen en in de analyse werden opgenomen. De mediane
follow-up was 42 maanden (IQR 36-62). De vier-jaars EFS was 92% (95%-bti-79-97)
en de vijf-jaars EFS was 88% (95%-bti 72-95). Twee patiënten (4%) hadden
chirurgische complicaties (gallekkage). De meest-gerapporteerde graad 3 of 4 adverse events waren febriele
neutropenie (14% van de patiënten), infecties (8%), diarree (8%), en verlaagd
neutrofielengetal (6%). Ototoxiciteit werd gerapporteerd voor één patiënten.
Onder de drie patiënten met relapse was er één die aan de ziekte overleed, en
twee patiënten overleden in klinische remissie na discontinuering van de
behandeling. Eén patiënt overleed aan bacteriële sepsis een jaar na
discontinuering van de behandeling.
De
onderzoekers concluderen dat minimale postoperatieve chemotherapie met twee
cycli cisplatine, fluoruracil, en vincristine resulteert in ziektecontrole in
patiënten met bij diagnose geresecteerd hepatoblastoom, en dat
doseringsreductie van de ototoxische middelen veilig is voor deze kinderen.
1.Katzenstein
HM, Langham MR, Malogolowkin MH et al. Minimal adjuvant chemotherapy for children with hepatoblastoma resected
at diagnosis (AHEP0731): a Children’s Oncology Group, multicentre, phase 3
trial. Lancet Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: The
study AHEP0731 by the
Children’s Oncology Group found that minimal postoperative chemotherapy with only
two cycles cisplatin, fluorouracil, and vincristine can ensure disease control
in children with hepatoblastoma resected at diagnosis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)