
Prof. Harry de Koning
De modellen gebruikten als drempelwaarde de incremental cost-effectiveness ratio (ICER) van de huidige uniforme screening in Nederland: twee-jaarlijks voor vrouwen in de leeftijd 50 tot en met 74 jaar (ICER EUR 8883 per gewonnen levensjaar). De modellen gebruikten verschillende intervallen (jaarlijks A, twee-jaarslijks B, drie-jaarlijks T) en verschillende leeftijdsranges. Voor vrouwen met laag risico kwam het optimale scenario uit op T50-71, met een ICER van EUR 7840 per LYG. Deze strategie resulteerde vergeleken met de huidige strategie in 33% minder vals-positieve uitslagen, een gelijke verlaging van kosten, en verbeterde harm/benefit-ratios. Voor vrouwen met een hoog risico was het optimale scenario B40-74, met een ICR van EUR 6062 per LYG. Deze strategie leidde vergeleken met de huidige strategie tot toename van benefit van de screening maar relatief hogere toename van vals-positieve uitslagen.
De onderzoekers concluderen dat optimale screening (vergeleken met de huidige strategie) voor vrouwen met laag risico verlenging van het interval en verlaging van de stopleeftijd omvat, en voor vrouwen met hoog risico verlaging van de startleeftijd.
1.Sankatsing VDV, van Ravesteyn NT, Heijnsdijk EAM et al. Risk stratification in breast cancer screening: cost-effectiveness and harm-benefit ratios for low-risk and high-risk women. Int J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A microsimulation modelling study study investigated optimal mammography screenin gstrategies for women at lower and women at higher than average breast cancer risk. Optimal screening consisted of a longer between-screenings interval and lower stopping age for low-risk women and lower starting age for high-risk women, compared to current uniform screening.