Sommige
patiënten vertonen gedrag dat de interactie tussen arts en patiënt stressvol
maakt. Deze patiënten worden soms aangeduid als ‘moeilijke patiënten.’ Er zijn
anecdotische aanwijzingen dat dit gedrag de accuratesse van de diagnose
vermindert. Dr. Silvia Mamede Studart Soares (Erasmus MC) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd om deze aanwijzingen te onderzoeken. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in BMJ Quality & Safety.1
Deelnemers
aan de studie waren 63 huisartsen in opleiding (in de laatste drie maanden van
de opleiding bij het Erasmus MC); 44 vrouwen, gemiddelde leeftijd 31 jaar. Ze
kregen zes casusbeschrijvingen voorgelegd, waarin de patiënten hetzij moeilijk
hetzij neutraal gedrag vertoonden. Drie gevallen werden beoordeeld als
diagnostisch eenvoudig, en drie als complex. De deelnemers werd gevraagd zo
snel mogelijk een diagnose te stellen, en vervolgens de casus nog eens rustig
te overwegen en desgewenst een andere diagnose te stellen.
De scores
voor diagnostische accuratesse (range 0-1) waren significant lager voor de
moeilijke dan voor de neutrale patiënten (0,54 versus 0,64; p=0,017). De kans
dat de deelnemer een verkeerde diagnose stelde was in de complexe
casusbeschrijvingen 42% groter voor de moeilijke patiënten dan voor de neutrale
patiënten, en in de eenvoudige casusbeschrijvingen 6% groter voor de moeilijke
patiënten dan voor de neutrale patiënten. De overall diagnostische accuratesse
was hoger voor de eenvoudige dan voor de complexe casusbeschrijvingen. Rustige
heroverweging van de casus leidde tot verbetering van de aanvankelijke
diagnose, ongeacht de complexiteit van de casus en het gedrag van de patiënten
(0,60 versus 0,68; p=0,002). De tijd die vereist was voor het stellen van de
diagnose werd niet beïnvloed door het gedrag van de patiënt. De deelnemers
beoordeelden de gemiddelde likeability
van de moeilijke patiënten inderdaad als lager dan die van de neutrale
patiënten, ‘suggesting that our
experimental manipulation was succesful.’
De
onderzoekers concluderen dat disruptief gedrag van een patiënt leidt tot een
verhoogde kans op diagnostische fouten. De confontatie met een moeilijke
patiënt leidt er niet toe dat de behandelaar minder tijd aan de patiënt
besteedt.
1.Schmidt HG, van Gog T, Schuit SCE et al. Do
patients’ dirsuptive behaviours influence the accuracy of a doctor’s diagnosis?
A randomised experiment. BMJ Qual Saf
2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)