Prof. Daniel Bowers (UT Southwestern Medical Center, Dallas TX) en
collega’s hebben een studie uitgevoerd van neurologische morbiditeit en
mortaliteit geassocieerd met meningioom na craniële radiotherapie (CRT) in
kinderen. Ze publiceren de studie online in het Journal of
Clinical Oncology.1 De studie is uitgevoerd in een cohort van
4221 overlevers die CRT hadden ondergaan in de Childhood Cancer Survivor Study.
In het cohort werden 199 meningiomen gedetecteerd in 169 deelnemers. Het
mediane interval tussen de diagnose van de primaire maligniteit en de diagnose
meningioom was 22 jaar (range 5 tot 37 jaar). De figuur toont de cumulatieve incidentie van meningiomen versus
leeftijd in alle deelnemers die CRT hadden ondergaan, vrouwen versus mannen,
dosering van CRT, en leeftijd bij primaire diagnose van een maligniteit. De
cumulatieve incidentie van een meningioom na CRT was 5,6% op de leeftijd van
veertig jaar. CRT-doseringen hoger dan 20 Gy waren geassocieerd met significant
verhoogd risico van meningioom vergeleken met CRT-doseringen tot 19,9 Gy
(p<0,001). Tussen zes maanden voor en zes maanden na een meningioomdiagnose
rapporteerde 20% van de patiënten tenminste één neurologische sequela,
waaronder beroerte (8,3%), focaal-neurologische dysfunctie (7,1%), en ernstige
hoofdpijn (5,3%). Tijdens follow-up van mediaan 72 maanden na de
meningioomdiagnose (range 3,8 tot 395 maanden) overleden 22 deelnemers, overeenkomend met vijf-jaars overall survival van 91%.
De onderzoekers concluderen dat overlevers die tijdens hun jeugd CRT
kregen voor maligniteiten na een subsequente diagnose meningioom aanzienlijke
neurologische morbiditeit ervaren.
1.Bowers DC, Moskowitz CS, Chou JF et al. Morbidity and mortality associated with
meningioma after cranial radiotherapy : a report from the Childhood Cancer
Survivor Study. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)