Myelofibrose
(MF) wordt gedreven door constitutieve activering van de JAK/STAT-route. In
preklinische modellen zijn aanwijzingen gezien voor werkzaamheid van targeting van de BCL-XL route
in geval van resistentie tegen ruxolitinib. Een fase 2-studie in de Verenigde
Staten en het Verenigd Koninkrijk heeft toevoeging van de BCL-XL/BCL-2
remmer navitoclax aan ruxolitinib geëvalueerd in MF-patiënten met progressie of
suboptimale respons op ruxolitinib monotherapie. Dr. Naveen Pemmaraju (MD
Anderson Cancer Center, Houston TX) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Clinical
Oncology.1
De studie
includeerde 34 volwassen patiënten met intermediair- (42%) of hoog- (58%) risico
MF die ondanks behandeling met ruxolitinib tenminste 10 mg tweemaal daags
progressie of suboptimale respons hadden. De patiënten kregen navitoclax 50 mg eenmaal
daags startdosering, gevolgd door wekelijkse verhoging tot ten hoogste 300 mg
eenmaal daags (als het trombocytengetal 75 x 109/l of hoger was),
toegevoegd aan ruxolitinib. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten
met tenminste 35% afname van het miltvolume (SVR35) tussen baseline
en week 24.
SVR35
werd na 24 weken gezien in 26,5% van de patiënten en op enig moment tijdens de
studie in 41%, met een mediane duur van SVR35 van 13,8 maanden. Tenminste
50% afname van de total symptom score
(TSS50) na 24 weken werd bereikt door 30% van de evalueerbare patiënten,
en verbetering van de beenmergfibrose (BMF) score met 1 of 2 graden in 33%.
Anemierespons werd gezien in 64% van de evalueerbare patiënten, onder wie één
patiënt met baseline transfusie-afhankelijkheid. Met mediaan 21,6 maanden
follow-up werd de mediane overall
survival niet bereikt. De meest-waargenomen adverse event was reversibele trombocytopenie zonder klinisch
relevante bloeding (88% van de patiënten).
De
onderzoekers concluderen dat toevoeging van navitoclax aan ruxolitinib in
patiënten met persistente of progressieve MF resulteerde in duurzame SVR35,
verbetering van de TSS, hemoglobinerespons, en verbetering van BMF.
1.Harrison CN, Garcia JS, Somervaille
TCP et al. Addition of navitoclax to ongoing ruxolitinib therapy for patients
with myelofibrosis with progression or suboptimal response: phase II safety and
efficacy. J Clin Oncol 2022; epub ahead of print
Summary: A multicenter phase 2 study found that among patients with myelofibrosis with
progression or suboptimal response to ruxolitinib, addition of navitoclax to
ruxolitinib therapy resulted in durable ≥ 35% reduction of spleen
volume, improved total symptom score, hemoglobin improvement, and improved bone
marrow fibrosis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)