De studie werd uitgevoerd in twee delen. Deel één includeerde 37 patiënten die trametinib 2 mg eenmaal daags monotherapie kregen. Onder deze patiënten waren en twee met partiële respons en zes andere patiënten met stabiele ziekte, voor een objective response rate van 5,4% en clinical benefit rate van 21,6%. Na progressie kregen in deel twee negentien patiënten trametinib 1,5 mg plus uprosertib 50 mg eenmaal daags. Onder deze patiënten waren er drie met partiële respons en drie anderen met stabiele ziekte, voor een ORR van 15,8% en een CBR van 31,6%. De mediane progressievrije overleving was 7,7 weken in deel één en 7,8 weken in deel twee. Klaring van circulerend tumor DNA op dag één van de tweede cyclus trametinib monotherapie was geassocieerd met betere progressievrije overleving.
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met mTNBC die eerder chemotherapie hadden gekregen, trametinib monotherapie bescheiden werkzaamheid had, en dat toevoegen van uprosertib aan de behandeling resulteerde in numeriek hogere objectieve respons maar geen verbetering van de progressievrije overleving. Klaring van ctDNA zou een vroege biomarker van respons kunnen zijn.
1.Prasath V, Boutrid H, Wesolowski R et al. Phase II study of MEK inhibitor trametinib alone and in combination with AKT inhibitor GSK2141795/uprosertib in patients with metastatic triple negative breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2024-07551-z
Summary: A multicenter phase 2 trial in the USA found that in patients with metastatic triple negative breast cancer previously treated with chemotherapy, trametinib monotherapy demonstrated limited efficacy, and addition of uprosertib was associated with numerically greater objective responses but no improvement of progression-free survival. Exploratory analysis suggests ctDNA clearance as a potential early biomarker of response.