
De studie includeerde 599 patiënten met cT2-4aN0-2M0 MIBC, onder wie 369 (61,6%) die WP-RT kregen en 230 (38,4%) die BO-RT kregen. De patiënten die WP-RT kregen waren jonger (absolute standardized difference 0,41) en hadden hogere waarschijnlijkheid ECOG performance status 0 of 1 (ASD 0,21), klinisch klierpositieve ziekte (ASD 0,40) en lymfovasculaire invasie (ASD 0,25) te hebben. WP-RT patiënten kregen meer frequent neoadjuvante therapie (ASD 0,29) en concurrente chemotherapie (ASD 0,44). In inverse probability of treatment weighted (IPTW) analyse waren de kenmerken van de WP-RT en BO-RT groepen in evenwicht (ASD < 0,10 voor alle pretreatment parameters). WP-RT versus BO-RT was niet geassocieerd met complete respons post-RT (OR 1,14; p=0,526) maar wel met betere ziektespecifieke overleving (HR 0,66; p=0,016) en betere overall survival (HR 0,68; p=0,002).
De onderzoekers concluderen dat WP-RT vergeleken met BO-RT resulteerde in betere overlevingsuitkomsten van MIBC-patiënten. Deze conclusie dient te worden bevestigd middels een gerandomiseerde studie.
1.Marcq G, Kool R, Dragomir A et al. Benefit of whole-pelvis radiation for patients with muscle-invasive bladder cancer: an inverse probability treatment weighted analysis. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print
Summary: A multicenter study in Canada found that whole-pelvis radiation therapy for muscle-invasive bladder cancer was associated with better outcomes compared with bladder-only radiation therapy.