Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Multinationale fase 1-2 studie van pirtobrutinib na een covalente BTK-remmer voor recidiverend of refractair CLL of SLL


Prof. Jennifer WoyachPatiënten met CLL of SLL hebben slechte uitkomsten na falen van behandeling met een covalente Bruton’s tyrosinekinase (BTK)-remmer. Pirtobrutinib is een zeer selectieve niet-covalente BTK-remmer. De multinationale fase 1-2 BRUIN-studie heeft pirtobrutinib voor recidiverend of refractair (R/R) CLL of SLL geëvalueerd. Prof. Jennifer Woyach (Ohio University Comprehensive Cancer Center, Columbus) en collega’s publiceren in The New England Journal of Medicine werkzaamheid van pirtobrutinib onder patiënten die eerder een covalente BTK-remmer hadden gekregen, en veiligheid van pirtobrutinib onder alle patiënten.1

De studie includeerde 317 patiënten met R/R CLL of SLL, onder wie 247 die eerder een covalente BTK-remmer hadden gekregen. Onder deze 247 patiënten was het mediane aantal eerdere lijnen behandeling 3 (range 1-11), en 100 patiënten (40,5%) hadden ook een BCL2-remmer gekregen, zoals venetoclax. Het primaire eindpunt van de studie was percentage patiënten met overall respons of pirtobrutinib na falen van covalente BTK-remmer. Dit percentage bedroeg 73,3% (95%-bti 67,3-78,7). De mediane progressievrije overleving onder de 247 patiënten was 19,6 maanden (95%-bti 16,9-22,1). Onder alle 317 patiënten die pirtobrutinib kregen voor R/R CLL of SLL waren de meest-gerapporteerde adverse events infecties (71,0% van de patiënten), bloeding (42,6%), en neutropenie (32,5%). Negen van 317 patiënten (2,8%) discontinueerde pirtobrutinib vanwege een behandelings-gerelateerde bijwerking.

De onderzoekers concluderen dat pirtobrutinib werkzaam was onder patiënten met zwaar-voorbehandeld CLL of SLL die eerder een covalente BTK-remmer hadden gekregen.

1.Mato AR, Woyach JA, Brown JR et al. Pirtobrutinib after a covalent BTK inhibitor in chronic lymphocytic leukemia. N Engl J Med 2023;389:33-44

Summary: The multinational phase 1-2 BRUIN trial evaluated pirtobrutinib for relapsed or refractory CLL or SLL. Among patients who previously received a covalent BTK inhibitor, the percentage of patients with with an overall response to pirtobrutinib was 73.3% (95% CI 67.3-78.7). Only 2.8% of patients discontinued pirtobrutinib due to a treatment-related adverse event.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren