Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Multinationale fase 2-studie van lurbinectedine als tweede- of derdelijns palliatieve therapie voor MPM


Dr. Yannis MetaxasSystemische tweede- en derdelijns behandelingen voor maligne pleuraal mesothelioom (MPM) resulteren gewoonlijk in een mediane progressievrije overleving korter dan twee maanden. Lurbinectedine is een remmer van de oncogeentranscriptie. Een fase 2-studie in negen centra in Zwitserland en Italië heeft de werkzaamheid van lurbinectedine monotherapie als tweede- of derdelijns behandeling voor progressief MPM geïnventariseerd. Dr. Yannis Metaxas (Kantonsspital Graubünden, Chur) en collega’s publiceren de studie online in Annals of Oncology.1

De studie includeerde 42 patiënten met progressie na eerstelijns platina-pemetrexed chemotherapie met (n=10; 24%) of zonder (n=32; 76%) tweedelijns immuuntherapie. Veertien patiënten (33%) hadden progressie binnen zes maanden na start van de eerstelijns chemotherapie. De histologie was epithelioïd in 33 patiënten, sarcomatoïd in vijf, en bifasisch in vier. De patiënten kregen intraveneus lurbinectedine 3,2 mg/m2 iedere drie weken tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit optrad. Complete respons werd gezien in één patiënt, en partiële respons ook in één patiënt, terwijl er twintig patiënten waren met stabiele ziekte gedurende 6,6 maanden.

Geprespecifieerd criterium voor werkzaamheid van de behandeling was progressievrije overleving na twaalf weken in tenminste 21 patiënten. De PFS12wks kwam uit op 22 patiënten (52,4%) waarmee voldaan werd aan het criterium voor werkzaamheid. De mediane PFS was 4,1 maanden, en de mediane overall survival was 11,1 maanden. Er waren geen significante verschillen in PFS12wks, mPFS, en mOS tussen groepen patiënten met epithelioïde versus andere histologie, en ook niet tussen groepen patiënten met versus zonder eerdere immuuntherapie. De mOS was korter onder de patiënten met progressie binnen zes maanden na start van de eerstelijns chemotherapie. Graad 3 of 4 toxiciteit werd gezien in 21 patiënten, vooral neutropenie (23,8% van de patiënten) en vermoeidheid (16,7%).

De onderzoekers concluderen dat lurbinectedine veelbelovende activiteit had voor progressief MPM. De toxiciteit was acceptabel.

1.Metaxas Y, Früh M, Eboulet EI et al. Lurbinectedin as second- or third-line palliative therapy in malignant pleural mesothelioma: an international, multicentre, single-arm, phase II trial (SAKK 17/16). Ann Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: The phase 2 study SAKK 17/16 in Switzerland and Italy found activity of the oncogene transcription inhibitor lurbinectedin for progressing malignant pleural mesothelioma, with acceptable toxicity. The activity was seen regardless of histology, prior immunotherapy, or outcome of prior treatment.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren