
De studie includeerde 62 patiënten met BRAF-V600 gemuteerd NSCLC, onder wie acht (13%) die niet eerder systemische therapie hadden gekregen. De patiënten kregen oraal vemurafenib 960 mg tweemaal daags tot ziekteprogressie of niet-acceptabele toxiciteit. Het primaire eindpunt was percentage patiënten met objectieve respons. Dit percentage bedroeg 37,1% (95%-bti 25,2-50,3). In niet- respectievelijk wel-eerder behandelde patiënten waren de ORRs 37,5% en 37,0%. De mediane progressievrije overleving was 6,5 maanden (95%-bti 5,2-9,0) en de mediane overall survival was 15,4 maanden (95%-bti 9,6-22,8). Het meest-gerapporteerde adverse event was misselijkheid (40,0% van de patiënten). Het veiligheidsprofiel van vemurafenib was niet verschillend van wat is gezien in melanoomstudies.
De onderzoekers concluderen dat vemurafenib monotherapie veelbelovende activiteit had voor BRAF-V600 gemuteerd NSCLC.
1.Subbiah V, Gervais R, Riely G et al. Efficacy of vemurafenib in patients with non-small-cell lung cancer with BRAF V600 mutation: an open-label, single-arm cohort of the histology-independent VE-BASKET study. JCO Precision Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: Analysis of an expanded cohort of the VE-BASKET study showed that vemurafenib had promising activity for NSCLC with BRAF V600 mutations. The safety profile of vemurafenib was similar to previous observations in patients with melanoma.