
De studie, uitgevoerd in 102 centra, includeerde RRMM-patiënten die één tot en met drie eerdere lijnen therapie hadden gekregen, met partiële respons of beter op tenminste één eerdere therapie. De mediane leeftijd was 64 jaar; 42,3% was eerder behandeld met lenalidomide, en 90,3% was eerder behandeld met bortezomib. De patiënten werden 2:1 gerandomiseerd naar KdD (n=312) of Kd (n=154). Het primaire eindpunt was progressievrije overleving.
Na mediane follow-up van 16,9 maanden voor de KdD-arm en 16,3 maanden voor de Kd-arm was de mediane PFS niet bereikt met KdD en 15,8 maanden met Kd (HR 0,63; p=0,0014). Het PFS-profijt met KdD over Kd werd gezien in alle geprespecificeerde subgroepen, waaronder de lenalidomide-blootgestelde patiënten (HR 0,52) en de lenalidomide-refractaire patiënten (HR 0,45). De ORR was 84,3% versus 74,7% (p=0,0040), en complete respons of beter werd gezien 28,5% versus 10,4%. De mediane overall survival was na 17 maanden follow-up in geen van beide armen bereikt (HR 0,75; p=0,08). De incidentie van graad 3 of hoger AEs was82,1% versus 73,9%, en discontinuering vanwege AEs werd gezien in 22,4% versus 24,8%. Overlijden gerelateerd aan de behandeling werd gezien in vijf patiënten, allen in de KdD-arm.
De onderzoekers concluderen dat KdD vergeleken met Kd resulteerde in een significant PFS-profijt. De AEs waren over het algemeen manageable.
1.Usmani SZ. ASH Annual Meeting 2019; abstr. LBA-6
Summary: The multinational phase 3 study CANDOR compared carfilzomib-dexamethasone-daratumumab (KdD) with carfilzomib-dexamethasone (Kd) for relapsed or refractory multiple myeloma. The study found a significant PFS benefit with KdD over Kd, across all prespecified subgroeps, particularly among lenalidomide-exposed and lenalidomide-refractory patients. AEs were generally manageable.