
De studie includeerde aHCC-patiënten die niet in aanmerking kwamen voor locoregionale behandeling, Child-Pugh klasse A, ECOG performance status 0 of 1, zonder eerdere systemische behandeling voor HCC. De patiënten werden 2:1:1 gerandomiseerd naar C 40 mg eenmaal daags plus A 1200 mg iedere drie weken (n=432), S 400 mg tweemaal daags (n=217) of alleen C (n=188). De twee coprimaire eindpunten waren progressievrije overleving onder de eerste 372 gerandomiseerde patiënten in de groepen C+A versus S, en overall survival in alle patiënten in de groepen C+A versus S. De figuur laat zien dat de mediane PFS 6,8 maanden was met C+A versus 4,2 maanden met S (HR 0,63; p=0,0012). De interimanalyse van OS liet geen significant verschil tussen beide groepen zien (HR 0,90; p=0,438). Het veiligheidsprofiel was consistent met wat bekend is van C en A afzonderlijk. Graad 3 of 4 treatment-related adverse events werden gezien in 54% van de patiënten met C+A versus 32% met S, graad 5 TRAEs in 1,9% versus 0,5%, en TRAEs die tot discontinuering leidden in 6,1% versus 7,7%. Follow-up voor andere eindpunten is gaande.
De onderzoekers concluderen de C+A vergeleken met S resulteerde in significant langere PFS onder aHCC-patiënten die niet eerder systemische therapie hadden gekregen. Het veiligheidsprofiel was manageable.
1.Kelley RK, Yau T, Cheng A-L et al. VP10-2021: Cabozantinib (C) plus atezolizumab (A) versus sorafenib (S) as first-line systemic treatment for advanced hepatocellular carcinoma (aHCC): results from the randomized phase III COSMIC-312 trial. Ann Oncol 2021.10.008
Summary: The multinational phase 3 COSMIC-312 trial found that the combination of cabozantinib and atezolizumab resulted in longer PFS compared with sorafenib among patients with advanced hepatocellular carcinoma who did not previously receive systemic therapy. The safety profile was manageable.