
De studie includeerde 510 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd hoog-risico ER+ HER2- EBC die werden gerandomiseerd naar neoadjuvante anthracycline- en taxaan-gebaseerde chemotherapie met nivolumab (n=257) of placebo (n=253). Het primaire eindpunt was percentage patiënten met pCR. Het pCR-percentage bedroeg 24,5% in de nivolumabgroep versus 13,8% in de placebogroep (p=0,0021), met meer profijt van nivolumab onder patiënten met PD-L1 positieve tumoren (VENTANA SP142≥ 1%: 44,3% versus 20,2%) en patiënten met hogere stroma tumorinfiltrerende lymfocyten (>1: 44,4% versus 21,1%). Er waren geen nieuwe veiligheidssignalen. Vijf patiënten in de nivolumabgroep overleden, onder wie twee aan oorzaken die met de behandeling samenhingen; geen van de patiënten in de placebogroep overleed.
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van nivolumab aan neoadjuvante chemotherapie voor hoog-risico ER+ HER2- EBC geassocieerd was met significante verbetering van het percentage patiënten met pCR. Het profijt was groter onder patiënten met hogere sTIL-status of hogere-PD-L1 expressie.
1.Loi S, Salgado R, Curigliano G et al. Neoadjuvant nivolumab and chemotherapy in early estrogen receptor-positive breast cancer: a randomized phase 3 trial. Nature Medicine (2025) 024-03414-8
Summary: The multinational phase 3 CheckMate 7FL trial found that adding nivolumab to neoadjuvant chemotherapy significantly increased pCR rates in high-risk, early-stage ER+/HER2- breast cancer, particularly among patients with higher stromal tumor-infiltrating lymphocyte levels or PD-L1 expression.