De BCL2-remmer venetoclax is een standaard-behandeling voor CLL, zowel front-line als in de recidiverende/refractaire setting. Er is geen duidelijkheid over de optimale behandeling na falen van venetoclax. Een multinationale studie heeft verschillende behandelingen voor CLL na discontinuering van venetoclax vergeleken. Dr. Anthony Mato (Memorial Sloan Kettering Cancer, New York) en collega’s publiceren de studie online in Clinical Cancer Research.¹



De studie includeerde 326 patiënten die venetoclax discontinueerden in de front-line (4%) of R/R-setting (96%). Het mediane aantal lijnen van behandeling voorafgaand aan venetoclax was drie; 40% van de patiënten was BTK-remmer (BTKi)-naïef, en 81% was idelalisib-naïef. Onder de patiënten die niet eerder BTKi hadden gekregen resulteerde BTKi in ORR 84%; onder de patiënten die wel eerder BTKi hadden gekregen resulteerde BTKi in ORR 54%. PI3K-remmers resulteerden niet in duurzame remissies.

De onderzoekers concluderen dat na falen van venetoclax voor CLL BTKi een effectieve strategie kan zijn.

1.Mato AR, Roeker LE, Jacobs R et al. Assessment of the efficacy of therapies following venetoclax discontinuation in CLL reveals BTK inhibition as an effective strategy. Clin Cancer Res 2020; epub ahead of print

Summary: A large multinational study (326 patients) compared various treatments for CLL after discontinuation of venetoclax. For BTK inhibitor naïve patients, selection of covalently binding BTKis resulted in high ORR and durable remissions. PI3K inhibitors following venetoclax did not result in durable remissions.