
Deelnemers aan de studie waren 2047 indexpatiënten met famiair BC, 628 indexpatiënten met familiair OC, en 2187 geografisch gematchte controlepersonen. De patiënten waren voor inclusie negatief getest op pathogene BRCA1- en BRCA2-mutaties. De onderzoekers bepaalden met next-generation sequencing aanwezigheid van LoF-mutaties in FANCM. Ze zagen dat heterozygote LoF-mutaties in FANCM significant geassocieerd waren met familiair BC-risico, met een overall OR van 2,05 (p=0,049) en een mutatiefrequentie van 1,03% in de indexpatiënten. In patiënten met early-onset BC (voor de leeftijd van 51 jaar) was de waarschijnlijkheid van FANCM-mutaties verhoogd (OR 2,44; p=0,02). De associatie was eveneens meer uitgesproken voor patiënten met TNBC-tumorfenotype (OR 3,75; p=0,02). De associatie van FANCM-mutaties met het risico van OC was niet statistisch significant (OR 1,74; p=0,27).
De onderzoekers concluderen dat LoF-mutaties in FANCM geassocieerd zijn met verhoogd risico van familiair BC, met name early-onset en triple-negatieve ziekte.
1.Neidhardt G, Hauke J, Ramser J et al. Association between loss-of-function mutations within the FANCM gene and early-onset familial breast cancer. JAMA Oncol 2016; epub ahead of print