Kiemlijnmutaties
in bekende risicogenen voor mammacarcinoom (BC) en ovariumcarcinoom (OC),
waaronder BRCA1 en BRCA2, verklaren minder dan de helft van
alle gevallen van familiair BC en/of OC. Er zijn aanwijzingen voor een rol van FANCM als BC-predispositiegen. Dr. Eric
Hahnen (Universiteit van Keulen) en collega’s hebben een patiënt-controlestudie
uitgevoerd van een mogelijke associatie van loss
of function (LoF)-kiemlijnmutaties in FANCM
met BC- en/of OC-risico. De studie is online gepubliceerd in JAMA
Oncology.1
Deelnemers
aan de studie waren 2047 indexpatiënten met famiair BC, 628 indexpatiënten met
familiair OC, en 2187 geografisch gematchte controlepersonen. De patiënten
waren voor inclusie negatief getest op pathogene BRCA1- en BRCA2-mutaties.
De onderzoekers bepaalden met next-generation
sequencing aanwezigheid van LoF-mutaties in FANCM.
Ze zagen dat heterozygote LoF-mutaties in FANCM
significant geassocieerd waren met familiair BC-risico, met een overall OR van
2,05 (p=0,049) en een mutatiefrequentie van 1,03% in de indexpatiënten. In
patiënten met early-onset BC (voor de
leeftijd van 51 jaar) was de waarschijnlijkheid van FANCM-mutaties verhoogd (OR 2,44; p=0,02). De associatie was eveneens
meer uitgesproken voor patiënten met TNBC-tumorfenotype (OR 3,75; p=0,02). De
associatie van FANCM-mutaties met het
risico van OC was niet statistisch significant (OR 1,74; p=0,27).
De
onderzoekers concluderen dat LoF-mutaties in FANCM geassocieerd zijn met
verhoogd risico van familiair BC, met name early-onset en triple-negatieve
ziekte.
1.Neidhardt
G, Hauke J, Ramser J et al. Association
between loss-of-function mutations within the FANCM gene and early-onset
familial breast cancer. JAMA Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)