Therapie-gerelateerde
AML (t-AML) kan ontstaan als late complicatie van behandeling voor eerdere
solide tumoren of hematologische ziekte. De Acute
Leukemia Working Party van de European
Society for Blood and Bone Marrow Transplantation heeft een
registratiestudie uitgevoerd van de uitkomsten van allogene hematopoïetische
celtransplantatie (alloHCT) na myeloablatieve conditionering (MAC) versus
verlaagde-intensiteit conditionering (RIC) voor t-AML in patiënten met een
eerdere solide tumor. Dr. Catherine Lee (University of Utah School of Medicine)
en collega’s publiceren de studie online in het American Journal of
Hematology.1
In de
EBMT-registraties vonden de onderzoekers gegevens van 535 patiënten die tussen
begin 2000 en eind 2016 een eerste MAC of RIC alloHCT ondergingen. De primaire
uitkomsten van de studie waren overall
survival (OS) en leukemievrije overleving (LFS). De RIC-patiënten hadden in
vergelijking met de MAC-patiënten hogere incidentie van relapse (HR 1,52;
p=0,04), kortere LFS (HR 1,52; p=0,007), en kortere OS (HR 1,51; p=0,012). Er
waren geen verschillen tussen beide groepen in non-relapse mortaliteit of in
graft-versus-host-disease vrije overleving.
De
onderzoekers concluderen dat MAC alloHCT vergeleken met RIC alloHCT leidde tot
betere overleving van patiënten met t-AML na behandeling voor een solide tumor.
1.Lee
CJ, Labopin M, Beelen D et al. Comparative
outcomes of myeloablative and reduced-intensity conditioning allogeneic
hematopoietic cell transplantation for therapy-related acute myeloid leukemia
with prior solid tumor: a report from the ALEP of the EBMT. Am J Hematol 2018;
epub ahead of print
Summary: A registry study of the European Society for Blood and Bone Marrow Transplantation compared myeloablative versus
reduced-intensity conditioning allogeneic HCTfor therapy-related AML. The study
found that RIC compared with MAC patients had increased incidence of relapse
and lower leukemia-free and overall survival.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)