
De analyse includeerde patiënten na R0- of R1-resectie voor niet-metastatisch BTC, die geen neoadjuvante chemotherapie hadden gekregen. Onder de 21.275 patiënten waren 5308 met intrahepatisch cholangiocarcinoom (IHC), 2689 met perihilair cholangiocarcinoom (PHC), 3092 met distaal cholangiocarcinoom (DCC), en 10.186 met galblaascarcinoom (GBC). In propensity matched analyse was adjuvante RT niet geassocieerd met betere overleving van IHC-patiënten. Adjuvante RT was geassocieerd met betere overleving dan geen adjuvante therapie onder patiënten met PHC (mediaan 31,2 versus 26,3 maanden; p=0,004) en DCC (33,7 versus 27,0 maanden; p=0,015) maar niet vergeleken met alleen adjuvante chemotherapie. Onder patiënten met GBC was adjuvante RT geassocieerd met significant betere overleving dan geen adjuvante therapie of chemotherapie (30,2 versus 26,6 versus 24,6 maanden; p=0,05 en p=0,001).
De onderzoekers concluderen dat adjuvante RT overlevingsprofijt levert voor GBC en geen overlevingsprofijt voor IHC, terwijl het overlevingsprofijt voor PHC en DCC wel wordt gezien vergeleken met geen adjuvante therapie maar niet vergeleken met alleen chemotherapie.
1.Seo YD, Acidi B, Newton A et al. Defining the role of adjuvant radiotherapy for biliary tract cancers: a site-specific propensity-matched analysis. Cancers 2025;17:494