
De analyse is gebaseerd op gegevens van zeventig patiënten met HER2-positief mammacarcinoom. De mediane leeftijd was 52 jaar; 8,5% van de patiënten had stadium I-tumoren; 68,5% stadium II; en 22,8% stadium III; 60% had HR-positieve tumoren. In 23% van de patiënten moest de TCH-P dosering verlaagd worden vanwege bijwerkingen (rash, diarree, neuropathie en trombocytopenie). Er waren geen patiënten met graad 3- of 4- linkerventrikeldisfunctie; in drie patiënten werd asymptomatische daling van de linkerventrikelejectiefractie van meer dan 10% gezien. Het percentage patiënten met pathologisch complete respons (ypT0ypN0) op neoadjuvant TCH-P was 53%. Onder de 29 patiënten met HR-negatieve tumoren werd pCR gezien in 20 (69%); onder de 41 patiënten met HR-positieve tumoren werd pCR gezien in 17 (42%). Het percentage met axillaire downstaging was 53% (19 van 36).
De onderzoekers concluderen dat in een setting buiten studieverband neoadjuvant TCH-P resulteerde in pCR in 53% van patiënten met niet-metastatisch HER2-positief mammacarcinoom. De toxiciteit was manageable.
1.Tiwari SR, Mishra P, Raska P et al. Retrospective study of the efficacy and safety of neoadjuvant docetaxel, carboplatin, trastuzumab/pertuzumab (TCH-P) in nonmetastatic HER2-positive breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2016; epub ahead of print