In veel
patiënten die behandeling met curatieve intentie voor vroeg-stadium
mammacarcinoom krijgen wordt na verloop van tijd toch recidief gezien. Er is
behoefte aan een methode om patiënten met hoog risico van recidief te
identificeren. Een studie in China heeft onderzocht of gehalten van circulerend
tumor DNA (ctDNA) voor aanvang van neoadjuvante chemotherapie (NAC) en
veranderingen in ctDNA-gehalten tijdens de NAC voorspellend zijn voor respons
op NAC en prognose. Dr. Qiang Liu (Sun Yat-sen Universiteit, Guangzhou) en
collega’s publiceren de studie online in JCO Precision Oncology.1
De
prospectieve studie includeerde 52 patiënten. Aan de hand van gepaarde
tumorbiopten en bloedmonsters voor aanvang, tijdens, en na chemotherapie
bepaalden de onderzoekers met deep
targeted sequencing (1021 maligniteiten-gerelateerde genen) gehalten van
ctDNA. Acht patiënten hadden voor aanvang van NAC onvoldoende celvrij DNA in
plasma. Onder de overige 44 patiënten werd in 21 baseline ctDNA gezien. Het ctDNA-niveau na twee cycli NAC was voorspellend voor tumorrespons na alle
NAC-cycli (AUC 0,81; 95%-bti 0,61-1,00). Tracking van ctDNA tijdens NAC had
betere performance voor voorspellen van respons op NAC dan imaging. Bovendien
was positief baseline ctDNA geassocieerd met slechtere ziektevrije overleving (p=0,011) en overall survival (p=0,004).
De
onderzoekers concluderen dat ctDNA kan worden gebruikt voor voorspellen van
tumorrespons op NAC en voor het voorspellen van de prognose van patiënten met
vroeg-stadium mammacarcinoom.
1.Li
S, Lai H, Liu J et al. Circulating
tumor DNA predicts the response and prognosis in patients with early breast
cancer receiving neoadjuvant chemotherapy. JCO Precision Oncol 2020; epub ahead
of print