Er zijn geen
betrouwbare surrogaateindpunten voor ziektevrije overleving (DFS) na
preoperatieve radiochemotherapie voor rectumcarcinoom. De neoadjuvant rectal score (NAR) categoriseert patiënten op basis van
cT, ypT, en ypN. In de fase 3-studie CAO/ARO/AIO-04 van de German Rectal Cancer
Study Group is onderzocht wat de waarde is van NAR als surrogaat-eindpunt voor
DFS op individueel patiënt-niveau, op basis van de vier Prentice-criteria (PC1-4). Prof. Emmanouil Fokas (Deutsches
Krebsforschungszentrum, Heidelberg) en collega’s publiceren de analyse online in Annals of Oncology.1
De studie randomiseerde 1191 patiënten naar al of niet toevoeging van oxaliplatine
aan preoperatieve fluorouracil-gebaseerde chemoradiotherapie voor
lokaal-gevorderd rectumcarcinoom. De follow-up was mediaan 50 maanden.
Toevoeging van oxaliplatine aan neoadjuvante CRT resulteerde in significante
verbetering van de drie-jaars DFS (75,9% versus 71,3%; p=0,034; PC1) en in een
shift naar lagere NAR-groepen (PC2). Voor lage, intermediaire en hoge NAR-score
was de drie-jaars DFS 91,7%; 81,8%; en 58,1% (p<0,001; PC3). In multivariate
analyse bleef NAR-score een onafhankelijke prognostische factor voor DFS (laag
versus hoog NAR HR 4,670; p<0,001; laag versus intermediair NAR HR 1,971;
p=0,001). De NAR voorspelde het effect van behandeling op DFS op individueel
patiëntniveau (PC4).
De
onderzoekers concluderen dat deze resultaten de prognostische rol en
individueel-niveau surrogacy van de
NAR-score voor DFS valideren.
1. Fokas E, Fietkau R, Hertmann A et al. Neoadjuvant rectal score as individual-level
surrogate for disease-free surival in rectal cancer in the cao/ARO/AIO-04
randomized phase 3 trial. Ann Oncol 2018; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)