Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Neoadjuvante therapie gevolgd door resectie versus upfront resectie voor pancreascarcinoom

(0)2016-09-13 10:34   ( Nieuws )

Dr. Patricio PolancoDr. Patricio Polanco (University of Texas, Dallas) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van overall survival na verschillende behandelingen voor vroeg-stadium pancreaskop adenocarcinoom. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.1 In de National Cancer Data Base identificeerden de onderzoekers 15.237 patiënten die tussen 2006 en 2013 resectie ondergingen voor stadium I of II pancreascarcinoom, onder wie 2110 die voorafgaand aan de resectie neoadjuvante therapie kregen (NAT).

De onderzoekers voerden een propensity score-gematchte analyse uit van 2005 patiënten in de NAT-groep en 6015 patiënten in de groep met upfront resectie (UR). De mediane OS in de NAT-groep was 26 maanden; de mediane OS in de UR-groep was 21 maanden (HR 0,72; p<0,01). Patiënten in de UR-groep hadden hoger pathologisch T-stadium (pT3 en T4 86% versus 73%; p<0,01), hoger percentage met lymfeklierpositiviteit (73% versus 48%; p<0,01), en hoger percentage met positieve resectiemarges (24% versus 17%; p<0,01). De NAT-groep had ook betere OS dan de subgroep UR-patiënten die adjuvante therapie kregen (gecorrigeerd HR 0,83; 95%-bti 0,73-0,89).

De onderzoekers concluderen dat NAT gevolgd door resectie geassocieerd is met significant overlevingsvoordeel vergeleken met UR in vroeg-stadium pancreascarcinoom.

1.Mokdad AA, Minter RM, Zhu H et al. Neoadjuvant therapy followed by resection versus upfront resection for resectable pancreatic cancer: a propensity score matched analysis. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren