Overlevers van ALL op jeugdige leeftijd hebben een verhoogd risico van neurocognitieve defecten die de ontwikkeling tijdens adolescentie en jong-volwassen (AYA) levensperiode kunnen aandoen en van invloed kunnen zijn op prestaties bij de opleiding. Dr. Lisa Jacola (St Jude Children’s Research Hospital, Memphis TN) en collega’s hebben risicofactoren voor deze uitkomsten onderzocht in een groot cohort overlevers (n=1560). De studie is online gepubliceerd in The Lancet Psychiatry.¹

De onderzoekers inventariseerden cognitieve en gedragssymptomen aan de hand van door ouders beantwoorde vragenlijsten voor adolescente overlevers en hun broers of zusters. Vergeleken met de siblings hadden overlevers die alleen chemotherapie gekregen hadden een hogere waarschijnlijkheid van onhandelbaar gedrag (19% van overlevers versus 14% van siblings; p=0,010), inattentie-hyperactiviteit (19% versus 14%; p<0,0001), social withdrawal (18% versus 12%; p=0,002), en leerproblemen (28% versus 14%; p<0,0001). In multivariabele modellen onder overlevers was toenemende cumulatieve dosering intraveneus methotrexaat (> 4,3 g/m²) geassocieerd met verhoogd risico van inattentie-hyperactiviteit (RR 1,53; 95%-bti 1,13-2,08). In een subset van overlevers met longitudinale gegevens (n=925) zagen de onderzoekers dat adolescente overlevers met cognitieve of gedrags- en leerproblemen een lagere waarschijnlijkheid hadden van het behalen van een college-graad als jongvolwassenen.

De onderzoekers concluderen dat adolescente overlevers van ALL na alleen chemotherapie verhoogde risico’s hebben van cognitieve, gedrags- en academische problemen.

1.Jacola LM, Edelstein K, Liu W et al. Cognitive, behaviour, and academic functioning in adolescent and young adult survivors of childhood acute lymphoblastic leukaemia: a report from the Childhood Cancer Survivor Study. Lancet Psychiatry 2016; epub ahead of print