
De nog steeds lopende studie wordt uitgevoerd bij 34 centra in Europa en Noord-Amerika. De nu gepubliceerde uitkomsten hebben betrekking op 80 deelnemers die geen respons vertoonden op autoSCT en recidiveerden na of refractair waren tegen brentuximab vedotin. Ze hadden mediaan vier eerdere lijnen therapie gekregen. De deelnemers kregen nivolumab (60 minuten infusie; 3 mg/kg) iedere twee weken tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit optrad. Het primaire eindpunt was centraal beoordeelde objectieve respons. Na mediaan 8,9 maanden follow-up werd objectieve respons gezien in 53 van 80 deelnemers (66,3%). De meest gerapporteerde bijwerkingen waren vermoeidheid (25% van de patiënten), infusiegerelateerde reactie (20%) en rash (16%). De meest gerapporteerde graad 3 of 4 bijwerkingen waren neutropenie (5%) en verhoogde lipase (5%). Pyrexie werd gezien in 4%. Drie patiënten overleden tijdens de studie, niet gerelateerd aan de behandeling.
De onderzoekers concluderen dat nivolumab een nieuwe optie kan zijn voor cHL-patiënten na falen van autoSCT en brentuximab vedotin. Voortgezette follow-up moet duidelijkheid brengen over de duur van de repsonsen.
1.Younes A, Santoro A, Shipp M et al. Nivolumab for classical Hodgkin’s lymphoma after failure of both autologous stem-cell transplantation and brentuximab vedotin: a multicentre, multicohort, single-arm phase 2 trial. Lancet Oncol 2016; epub ahead of print