Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Noninferioriteits fase 3-studie van subcutaan versus intraveneus daratumumab voor R/R multipel myeloom


Dr. Maria-Victoria MateosIntraveneus daratumumab voor multipel myeloom vereist langdurige infusie met ongunstige impact op de kwaliteit van leven en hoog risico van infusiereacties. Subcutaan daratumumab is eenvoudiger toe te dienen en veroorzaakt mogelijk minder toedienings-gerelateerde reacties. De multinationale noninferioriteits fase 3-studie COLUMBA heeft werkzaamheid en verdraagbaarheid van subcutaan en intraveneus daratumumab voor recidiverend of refractair multipel myeloom (RRMM) vergeleken. Dr. Maria-Victoria Mateos (Universiteitsziekenhuis Salamanca, Spanje) en collega’s publiceren de studie online in The Lancet Haematology.1

COLUMBA werd uitgevoerd in 147 centra in achttien landen. De studie includeerde volwassen patiënten met RRMM, die tenminste drie eerder lijnen behandeling hadden gekregen waaronder een proteasoomremmer en een immuunmodulerend middel, met een ECOG performance status 2 of beter. Ze werden gerandomiseerd naar subcutaan (n=263) of intraveneus (n=259) daratumumab. Subcutaan daratumumab 1800 mg of intraveneus daratumumab 16 mg/kg werd gegeven in vier-weekse cycli; eens per week in cyclus één en twee, iedere twee weken in cycli drie tot en met zes, en vervolgens iedere vier weken. Coprimaire eindpunten waren overall respons en maximale trough concentratie (op dag één van cyclus drie, voorafgaand aan de toediening).

De mediane follow-up was 7,5 maanden. Overall respons werd gezien in 41% van de patiënten in de subcutane groep versus 37% van de patiënten in de intraveneuze groep, en de gemiddelde maximale trough concentratie was 593 μg/ml in de subcutane groep versus 522 μg/ml in de intraveneuze groep; waarmee voor beide eindpunten subcutane toediening niet-inferieur was aan intraveneuze toediening. De meest-waargenomen graad 3 of 4 adverse events waren anemie (13% in de subcutane groep versus 14% in de intraveneuze groep), neutropenie (13% versus 8%), en trombocytopenie (14% versus 14%). Pneumonie werd gezien in 3% versus 4%. Behandelingsgerelateerd overlijden trof één patiënt in de subcutane groep versus vier patiënten in de intraveneuze groep.

De onderzoekers concluderen dat subcutaan daratumumab vergeleken met intraveneus daratumumab voor RRMM niet inferieur was in termen van werkzaamheid en farmacokinetiek, en een beter veiligheidsprofiel had.

1.Mateos M-V, Nahi H, Legiec W et al. Subcutaneous versus intravenous daratumumab in patients with relapsed or refractory multiple myeloma (COLUMBA): a multicentre, open-label, non-inferiority, randomised, phase 3 trial. Lancet Haematol 2020; epub ahead of print

Summary: The multinational non-inferiority phase 3 study COLUMBA compared subcutaneous versus intravenous daratumumab for relapsed or refractory multiple myeloma. Subcutaneous daratumumab was non-inferior to intravenous daratumumab in terms of efficacy and pharmacokinetics, and had an better safety profile.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren