Mantelcellymfoom
(MCL) vereist over het algemeen starten van de behandeling kort na de diagnose.
Het is niet duidelijk of observatie een geschikte initiële managementstrategie
is voor geselecteerde patiënten met aanwijzingen voor indolente ziekte. Dr.
Diego Villa (British Columbia Cancer Agency, Vancouver) en collega’s hebben een
bevolkings-gebseerde studie uitgevoerd van associaties tussen
klinisch-pathologische kenmerken en tijd-tot-behandeling (TtT) en overall survival (OS) in MCL. Ze
publiceren de studie vandaag online in Annals of
Oncology.1
In de British Columbia Cancer Agency Lymphoid
Cancer Database identificeerden de onderzoekers 440 patiënten met een
MCL-diagnose tussen begin 1998 en eind 2014. Voor 365 van deze patiënten (83%) begon de behandeling binnen drie maanden na de
diagnose, terwijl 75 patiënten (17%) tenminste drie maanden geobserveerd
werden. In de observatiegroep hadden 54 patiënten (72%) nodale presentatie, 16
patiënten (21%) niet-nodale presentatie, en 5 patiënten (7%) alleen
gastro-intestinale betrokkenheid. Kenmerken die geassocieerd waren met uitstel
van behandeling waren goede performance status, geen B-symptomen, laag LDH,
non-bulky ziekte, non-blastoïde morfologie, en lagere Ki67-waarden. De mediane
TtT in de observatiegroep was 35 maanden (range 5 tot 80 maanden), en 60
patiënten (80%) werden langer dan twaalf maanden geobserveerd. De mediane OS
was 72 maanden in de observatiegroep versus 52,5 maanden in de
vroege-behandelingsgroep (p=0,041). In multivariate analyse was al of niet
vroeg behandelen niet geassocieerd met OS (p=0,306).
De
onderzoekers concluderen dat initiële observatie een veilige strategie is in een
subgroep van MCL-patiënten.
1. Abrisqueta P, Scott DW, Slack GW et al. Observation
as the initial management strategy in patients with mantle cell lymphoma. Ann
Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)