Er zijn
aanwijzingen voor anti-tumorwerkzaamheid van de PARP-remmer olaparib in vrouwen
met recidiverend ovariumcarcinoom en een kiemlijn BRCA1/2-mutatie (gBRCAm).
Dr. Ursula Matulonis (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s hebben
een gepoolde analyse uitgevoerd van gepubliceerde studies om de werkzaamheid
van olaparib te bepalen in patiënten met gBRCAm
ovariumcarcinoom die drie of meer lijnen chemotherapie hadden gekregen. De analyse is online gepubliceerd in Annals
of Oncology.1
De
onderzoekers evalueerden individuele patiëntgegevens van twee fase 1- en vier
fase 2-studies van vrouwen met gBRCAm
recidiverend ovarium-, oviduct-, of peritoneaal carcinoom die werden behandeld
met olaparib monotherapie 400 mg tweemaal daags. Van 300 patiënten in de
gepoolde populatie hadden 273 meetbare ziekte bij aanvang van de behandeling.
Van deze 273 patiënten hadden 205 (75%) drie of meer lijnen eerdere
chemotherapie gekregen. In de gehele populatie was de ORR 36% (95%-bti 30-42%)
en de mediane duur van respons 7,4 maanden (95%-bti 5,7-9,1 maanden). Onder
patiënten die eerder drie of meer lijnen chemotherapie hadden gekregen was de
ORR 31% (95%-bti 25-38%) en de mediane DoR 7,8 maanden (95%-bti 5,6-9,5
maanden). Er waren geen statistisch significante verschillen in
veiligheidsprofiel van olaparib tussen patiënten met of zonder drie eerdere
lijnen chemotherapie: graad 3 of hoger bijwerkingen werden gerapporteerd in 54%
respectievelijk 50% van de patiënten.
De
onderzoekers concluderen dat olaparib resulteerde in duurzame responsen in
patiënten met recidiverend gBRCAm
ovariumcarcinoom na drie of meer eerdere lijnen chemotherapie.
1.Matulonis UA, Penson RT, Domchek SM et al.
Olaparib monotherapy in patients with advanced relapsed ovarian cancer and a
germline BRCA1/2 mutation: a multi-study analysis of response rates and safety.
Ann Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)