Chemoradiotherapie
(CRT) na resectie van glioblastoom kan de overleving bevorderen, maar er is
geen duidelijkheid over de optimale timing van CRT na de resectie. Een analyse
van de National Cancer Database heeft
de associatie van de timing van CRT met de uitkomsten onderzocht. Dr. Robert Press (New York Proton
Center) en collega’s publiceren de analyse online in Cancer.1
De analyse
includeerde 30.414 glioblastoom-.patiënten die tussen begin 2004 en eind 2013
resectie en CRT ondergingen. Patiënten die CRT kregen vier en vijf weken na de
chirurgie vormden de referentiecategorie. Later begin van CRT was niet
geassocieerd met slechtere of betere overleving. In multivariate analyse was de
overleving slechter in de groep patiëntendie binnen één week na resectie CRT
kregen (HR 1,18; 95%-bti 1,02-1,36), evenals in de groep patiënten die in de
tweede week na resectie CRT kregen (HR 1,23; 95%-bti 1,16-1,31) en in de groep
patiënten die in de derde week na resectie CRT kregen (HR 1,11; 95%-bti
1,07-1,15).
De
onderzoekers concluderen dat kort uitstel van CRT na week vijf geen ongunstige
impact op de uitkomsten had, en dat CRT voor de vierde week geassocieerd was
met slechtere overleving.
1.Press RH, Shafer SL, Jiang R et al.
Optimal timing of chemoradiotherapy after surgical resection of glioblastoma:
stratification by validated prognostic classification. Cancer 2020; epub ahead
of print
Summary: An analysis of the National Cancer Database investigated the optimal timing of chemoradiotherapy after surgical
resection of glioblastoma. Short delays beyond 5 weeks did not negatively
affect outcomes, whereas early initiation before 3 weeks were associated with worse outcomes.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)