
De studie includeerde achtereenvolgende patiënten met maligniteiten en symptomatische of incidentele acute DVT of pulmonaire embolie naar oraal apixaban (10 mg tweemaal daags gedurende de eerste zeven dagen, gevolgd door 5 mg tweemaal daags) of subcutaan dalteparine (200 IU per kg eenmaal daagse gedurende de eerste maand gevolgd door 150 IU per kg eenmaal daags), gedurende zes maanden. Het primaire eindpunt van de studie was recidiverende VTE tijdens de behandeling.
Recidiverende VTE werd gezien in 32 van 576 patiënten (5,6%) in de apixabangroep versus 46 van 579 (7,9%) in de dalteparinegroep (HR 0,63; 95%-bti 0,37-1,07; p voor niet-inferioriteit <0,001). Majeure bloeding kwam voor in 3,8% van de patiënten in de apixabangroep versus 4,0% in de dalteparinegroep (HR 0,82; 95%-bti 0,40-1,69).
De onderzoekers concluderen dat oraal apixaban vergeleken met subcutaan dalteparine niet-inferieur was voor behandeling van maligniteiten-geassocieerd VTE, zonder verhoogd risico van majeure bloeding.
1.Agnelli G, Becattini C, Meyer G et al. Apixaban for the treatment of venous thromboembolism associated with cancer. N Engl J Med 2020;382:1599-1607
Summary: The multinational noninferiority trial Caravaggio found that oral apixaban was noninferior to subcutaneous dalteparin for the treatment of cancer-associated venous thromboembolism without an increased risk of major bleeding.