Recente
richtlijnen bevelen aan gebruik van oraal edoxaban of rivaroxaban te overwegen
voor de behandeling van veneuze trombo-embolie (VTE) in patiënten met
maligniteiten. Het profijt van deze orale middelen is beperkt vanwege het
verhoogde risico van majeure bloeding. De multinationale non-inferioriteit
studie Caravaggio vergeleek oraal apixaban versus subcutaan dalteparine voor
maligniteit-geassocieerde VTE. Prof. Giancarlo Agnelli (Universiteit van
Perugia, Italië) en collega’s publiceren de studie online in The New England Journal
of Medicine.1
De studie
includeerde achtereenvolgende patiënten met maligniteiten en symptomatische of
incidentele acute DVT of pulmonaire embolie naar oraal apixaban (10 mg tweemaal
daags gedurende de eerste zeven dagen, gevolgd door 5 mg tweemaal daags) of
subcutaan dalteparine (200 IU per kg eenmaal daagse gedurende de eerste maand
gevolgd door 150 IU per kg eenmaal daags), gedurende zes maanden. Het primaire
eindpunt van de studie was recidiverende VTE tijdens de behandeling.
Recidiverende
VTE werd gezien in 32 van 576 patiënten (5,6%) in de apixabangroep versus 46 van
579 (7,9%) in de dalteparinegroep (HR 0,63; 95%-bti 0,37-1,07; p voor
niet-inferioriteit <0,001). Majeure bloeding kwam voor in 3,8% van de
patiënten in de apixabangroep versus 4,0% in de dalteparinegroep (HR 0,82;
95%-bti 0,40-1,69).
De
onderzoekers concluderen dat oraal apixaban vergeleken met subcutaan
dalteparine niet-inferieur was voor behandeling van maligniteiten-geassocieerd VTE, zonder
verhoogd risico van majeure bloeding.
1.Agnelli
G, Becattini C, Meyer G et al. Apixaban
for the treatment of venous thromboembolism associated with cancer. N Engl J
Med 2020;382:1599-1607
Summary: The
multinational noninferiority trial Caravaggio found that oral apixaban was noninferior to subcutaneous
dalteparin for the treatment of cancer-associated venous thromboembolism
without an increased risk of major bleeding.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)