
De studie includeerde 498 patiënten die tenminste één eerdere lijn behandeling hadden gekregen voor MM. De patiënten werden gerandomiseerd naar ten hoogste acht cycli D-Vd of Vd, met in de D-Vd arm D tot ziekteprogressie. Na progressie konden patiënten in de Vd-arm D-monotherapie krijgen. De mediane follow-up op het moment van de nu gepubliceerde analyse was 72,6 maanden. De figuur toont de OS en de PFS op de volgende behandeling (PFS2). De mediane OS was 49,6 maanden met D-Vd versus 38,5 maanden met Vd (HR 0,74; p=0,0075). Het OS-profijt van toevoegen van D aan Vd werd gezien in de meeste onderscheiden subgroepen, waaronder patiënten in de leeftijd van 65 jaar en ouder, en patiënten met één of twee eerdere lijnen behandeling. De mediane tijd tot volgende behandeling was significant langer in de D-Vd arm dan in de Vd-arm (25,4 versus 9,7 maanden; p<0,0001), en de PFS2 was mediaan 37,7 versus 19,9 maanden (p<0,001). De meest-gerapporteerde graad 3-4 treatment-emergent adverse events waren trombocytopenie (46,1% met D-Vd versus 32,9% met Vd), anemie (16,0% versus 16,0%), neutropenie (13,6% versus 4,6%), lymfopenie (10,3% versus 2,5%), en pneumonie (10,7% versus 10,1%).
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met RRMM, D-Vd vergeleken met Vd resulteerde in significante verlenging van OS, PFS, en PFS2.
1.Sonneveld P, Chanan-Khan A, Weisel K et al. Overall survival with daratumumab, bortezomib, and dexamethasone in previously treated multiple myeloma (CASTOR): a randomized, open-label, phase III trial. J Clin Oncol 2022; epub ahead of print
Summary: Final analysis of the multinational phase 3 CASTOR trial found that among patients with RRMM, addition of daratumumab to bortezomib-dexamethasone resulted in significantly prolonged OS, PFS, and PFS2.