Er is geen
consensus over de vraag of borstsparende therapie (BCT) veilig is voor
mammacarcinoom (BC)-patiënten met een pathogene BRCA1/2-variant. Een cohortstudie van de Peking Universiteit
(Beijing, China) heeft overleving geïnventariseerd na BCT en mastectomie voor
BC in patiënten met en zonder de variant. Dr. Qiting Wan en collega’s
publiceren de studie in JAMA Network Open.1
De studie
includeerde 8396 achtereenvolgende BC-patiënten (99,8% vrouwen; gemiddelde
leefijt 50,5 jaar; SD 11,4). Onder deze patiënten waren er 187 met een BRCA1-variant, 304 met een BRCA2-variant, en 7905 zonder BRCA1/2-variant. Van deze patiënten
ondergingen 3135 (37,3%) BCT, 1511 (18,0%) mastectomie plus radiotherapie, en
3750 (44,7%) alleen mastectomie. De mediane follow-up was 7,5 jaar (range
0,3-16,6). Deze figuur toont de uitkomsten voor BRCA1-variantdragers,
en deze figuur toont de uitkomsten voor de BRCA2-variantdragers.
Na correctie voor klinisch-pathologische factoren en adjuvante therapie waren
BC-specifieke overleving en overall
survival in de BRCA1- en de BRCA2-groep na BCT vergelijkbaar met die
na mastectomie plus radiotherapie en met die na alleen mastectomie. Onder de
patiënten zonder BRCA1/2-variant
waren BCSS en OS significant beter na BCT dan na mastectomie met radiotherapie
of alleen mastectomie.
De onderzoekers
concluderen dat dragen van een BRCA1/2-variant
geen contraïndicatie is voor BCT.
1.Wan
Q, Su L. Ouyang T et al. Comparison
of survival after breast-conserving therapy vs mastectomy among patients with
or without the BRCA1/2 variant in a large series of unselected Chinese patients
with breast cancer. JAMA Network Open 2021;4:e216259
Summary: A study in a large cohort of Chinese
breast cancer patients found that BRCA1/2 variant carriers treated with
breast-conserving therapy had survival rates at least comparable to those
treated with mastectomy with radiotherapy or mastectomy alone.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)