
De figuur laat zien dat de vijfjaars-overleving van de DLBCL-patiënten slechter was dan die van de gematchte algemene bevolking (panel A; 78% versus 87%; standardized mortality ratio 1,75; p<0,001). In patiënten die twee jaar respectievelijk vier jaar na het voltooien van de behandeling nog gebeurtenisvrij waren (pEFS24; panel B en pEFS48; panel C) was de overleving eveneens slechter dan in de algemene bevolking maar de excess mortaliteit was lager dan voor alle patiënten tezamen (SMR 1,27 respectievelijk 1,32). Deze figuur toont de overleving voor verschillende patiëntengroepen. Voor pEFS24-en pEFS48-patiënten jonger dan vijftig jaar was de overleving niet verschillend van die van de algemene bevolking. Ook voor de andere subgroepen was de overleving van de pEFS24- en pEFS48-patiënten beter dan die van alle patiënten tezamen.
De onderzoekers concluderen dat de overleving van DLBCL-patiënten in eerste remissie slechter is dan die van de algemene bevolking. Als de patiënten echter de eerste 24 maanden zonder gebeurtenis door zijn gekomen is het verschil in overleving met de algemene bevolking gering. pEFS24 is een relevante ‘milestone’, en kan wellicht worden gebruikt als surrogaat-eindpunt in klinische studies.
1.Jakobsen LH, Bøgsted M, de Nully Brown P et al. Minimal loss of lifetime for patients with diffuse large B-cell lymphoma in remission and event free 24 months after treatment: A Danish population-based study. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print