De analyse berust op gegevens van 56.505 kinderen en 312.483 AYAs met een diagnose tussen 2000 en 2008. Voor alle kankertypen tezamen verbeterde de vijf-jaars overleving voor AYAs van 79% in 1999-2002 tot 82% in 2005-2007 (p<0,0001) en voor kinderen van 76% in 1999-2002 tot 79% in 2005-2007 (p<0,001). De overleving verbeterde significant in kinderen en AYAs voor ALL (p<0,0001) en non-Hodgkin lymfoom (p<0,001 in AYAs en p=0,023 in kinderen). De overleving verbeterde alleen in AYAs voor CNS-tumoren (==0,0046), astrocytomen (p=0,040) en maligne melanomen (p<0,0001). De overleving bleef significant slechter in AYAs vergeleken met kinderen voor acht kankertypen: ALL, AML, Hodgkin lymfoom. Non-Hodgkin lymfoom, astrocytoom, Ewing’s sarcoom en rhabdomyosarcoom (p<0,0001 voor alle associaties) en osteosarcoom (p=0,011).
De onderzoekers concluderen dat de overleving van sommige kankertypen voor AYAs in de meest recente periode verbeterd is, maar dat de overleving van acht kankertypen voor AYAs slechter is dan voor kinderen. Als mogelijke oorzaken noemen ze vertraging in het stellen van de diagnose bij AYAs, gebrek aan richtlijnen voor behandeling van AYAs, en verschillen voor AYAs versus kinderen in biologie van sommige typen kanker.
1.Trama A, Botta L, Foschi R et al. Survival of European adolescents and young adults diagnosed with cancer in 2000-2007: population-based data from EUROCARE-5. Lancet Oncol 2016; epub ahead of print