
Onder 370 patiënten met AML met een TP53-mutatie die eerste inductietherapie kregen in de COMMAND-centra waren er 68 (18%) die alloHSCT kregen, hetzij direct na eerste inductie of na salvage therapie. De mediane leeftijd van deze patiënten was 63 jaar (range 33-75), 82% had complex cytogenetics, en 66% had multi-hit TP53-mutaties. Drieënveertig procent kreeg myeloablatieve conditionering en 57% gereduceerde-intensiteit conditionering. De incidentie van acute graft-versus-host disease (GVHD) was 37% en de incidentie van chronische GVHD was 44%.
De figuur toont de gebeurtenisvrije overleving en overall survival. Vanaf het moment van alloHSCT was voor alle patiënten samen de mediane EFS 12,4 maanden (95%-bti 6,24-18,55) en de mediane OS 24,5 maanden (21,80-27,25). Onder de factoren met significante impact op EFS of OS in univariate analyse werd in multivariate analyse significante impact gezien van complete remissie op dag 100 na alloHSCT op EFS (HR 0,24; p=0,001) en OS (HR 0,22; p≤0,001) en van ontstaan van chronische GVHD op EFS (HR 0,21; p≤ 0,001) en OS (HR 0,34; p=0,007).
De onderzoekers concluderen dat complete remissie op dag 100 en ontstaan van chronische GVHD van invloed zijn op overlevingsuitkomsten na alloHSCT voor TP53-gemuteerd AML.
1.Badar T, Atallah E, Shallis R et al. Survival of TP53-mutated acute myeloid leukemia patients receiving allogeneic stem cell transplantation after first induction or salvage therapy: results from the Consortium on Myeloid Malignancies and Neoplastic Diseases (COMMAND). Leukemia 2023; epub ahead of print
Summary: A retrospective multicenter study found that in patients receiving alloHSCT for TP53-mutated AML, complete remission at day 100 post-transplantation and occurrene of chronic GVHD had significant prognostic implication.