![Prof. Polly Newcomb](https://www.fredhutch.org/en/labs/profiles/newcomb-polly/_jcr_content/profileImage.img.jpg/1457986354266.jpg)
Deelnemers aan de studie waren 2419 patiënten die tussen begin 1997 en eind 2008 een diagnose CRC kregen in de Verenigde Staten, Canada, of Australië. Bij inclusie in de studie en na vijf jaar follow-up beantwoordden de deelnemers gedetailleerde vragenlijsten, onder meer over gebruik van aspirines en ander NSAIDs. De onderzoekers inventariseerden BRAF- en KRAS-mutatiestatus, microsatellietinstabiliteit, en CpG island methylator-fenotype.
Tijdens mediaan 10,8 jaar follow-up overleden 381 deelnemers, onder wie 100 aan CRC. Vergeleken met niet-gebruikers hadden regelmatig postdiagnostisch-aspirinegebruikers een meer gunstige overall survival (HR 0,75; 95%-bti 0,59-0,95) en CRC-specifieke overleving (HR 0,44; 95%-bti 0,25-0,71). Dit effect was het sterkst in patiënten die het gebruik pas na de diagnose begonnen (OS: HR 0,64; 95%-bti 0,47-0,86; CSS: HR 0,40; 95%-bti 0,20-0,80). De associatie tussen gebruik van enige NSAID na de diagnose en de OS liep significant uiteen met verschillen in KRAS-mutatiestatus (p interactie = 0,01). Dit gebruik was alleen geassocieerd met betere OS onder patiënten met KRAS-wildtype tumoren (HR 0,60; 95%-bti 0,46-0,80) maar niet onder patiënten met KRAS-gemuteerde tumoren (HR 1,24; 95%-bti 0,78-1,96).
De onderzoekers concluderen dat onder lange-termijn CRC-overlevers regelmatig gebruik van aspirine en andere NSAIDs na de diagnose geassocieerd was met betere overleving in patiënten met KRAS-wildtype tumoren.
1.Hua X, Phipps AI, Burnett-Hartman A et al. Timing of aspirin and other nonsteroidal anti-inflkammatory drug use among patients with colorectal cancer in relation to tumor markers and survival. J Clin Oncol 2017; epub ahead of print