
De studie includeerde alle inwoners van Ontario met één van de tien meest voorkomende solide maligniteiten tussen begin 1997 en eind 2014 (n=676.125). De primaire blootstelling in de analyse was de psychiatric utilisation gradient (PUG)-score in de vijf jaar voorafgaand aan de diagnose. Geen gebruik leidt tot een score 0, outpatient-gebruik tot een score1, gebruik van de afdeling spoedeisende psychiatrische hulp tot score 2, en opname op een psychiatrische afdeling tot score 3. Van de geïncludeerde patiënten had 53,2% PUG 0; 45,0% PUG 1; 1,2% PUG 2; en 0,6% PUG 3. Hogere prediagnostische PUG-score was onafhankelijk geassocieerd met slechtere oorzaak-specifieke mortaliteit. De effect gradient versus PUG 0 was h 1,05 (95%-bti 1,04-1,06) voor PUG 1; h 1,36 (95%-bti 1,30-1,42) voor PUG 2; en h 1,73 (95%-bti 1,63-1,84) voor PUG 3. Toenemende prediagnostische PUG-score was ook geassocieerd met slechtere all-cause mortaliteit.
De onderzoekers concluderen dat gebruik van psychiatrische zorg voorafgaand aan de diagnose van een solide maligniteit onafhankelijk geassocieerd was met slechtere oorzaak-specifieke en all-cause mortaliteit.
1.Klaassen Z, Wallis CJD, Goldberg H et al. The impact of psychiatric utilisation prior to cancer diagnosis on survival of solid organ malignancies. Br J Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: A study in Ontario found that use of psychiatric care prior to the diagnosis of a solid cancer was independently associated with worse cause-specific and all-cause mortality.