
Op basis van propensity-scores construeerden de onderzoekers een groep van 225 patiënten met een diagnose in de periode 2007-2012 die HMA gekregen hadden, en een groep van 395 gematchte patiënten die geen HMAs hadden gekregen vanwege diagnose in 2001-2004 voorafgaand aan introductie van HMAs. Panel A laat zien dat de mediane OS beter was in de HMA-groep (17 maanden) dan in de niet-HMA groep (11 maanden; HR 0,72; p=0,005). Om te corrigeren voor eventuele temporele verbeteringen in ondersteunende zorg vergeleken de onderzoekers ook patiënten die ondanks diagnose in 2007-2012 geen HMAs hadden gekregen (n=395) met gematchte patiënten die gediagnostiseerd waren in 2001-2004 (n=484). Panel B laat zien dat de OS niet significant verschilde tussen deze beide groepen patiënten (HR 1,09; p=0,34).
De onderzoekers concluderen dat de introductie in 2004/2006 van HMA-behandeling voor CMML in oudere patiënten heeft geresulteerd in significant OS-profijt, en dat dit profijt niet kan worden verklaard uit verbetering van ondersteunende zorg.
1.Zeidan AM, Hu X, Long JB et al. Hypomethylating agent therapy use and survival in older patients with chronic myelomonocytic leukemia in the United States: A large population-based study. Cancer 2017; epub ahead of print