Hoewel
azaticidine en decitabine al sinds 2004 respectievelijk 2006 gebruikt worden
voor de behandeling van CMML is er nog geen duidelijkheid over het het
overlevingsprofijt van deze hypomethylerende middelen (HMA). Dr. Amer Zeidan
(Yale University, New Haven CT) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van
de overlevingsimpact van HMA-therapie voor CMML in oudere patiënten (ouder dan
65 jaar). Ze publiceren de studie online in Cancer.1 In
de SEER-database identificeerden de onderzoekers 1378 oudere patiënten met een
diagnose CMML tussen begin 2001 en eind 2011. Van deze patiënten kreeg 18,8%
HMAs. Voor alle patiënten tezamen was de mediane overall survival 13 maanden.
Op basis van
propensity-scores construeerden de onderzoekers een groep van 225 patiënten met
een diagnose in de periode 2007-2012 die HMA gekregen hadden, en een groep van 395
gematchte patiënten die geen HMAs hadden gekregen vanwege diagnose in 2001-2004
voorafgaand aan introductie van HMAs. Panel A
laat zien dat de mediane OS beter was in de HMA-groep (17 maanden) dan
in de niet-HMA groep (11 maanden; HR 0,72; p=0,005). Om te corrigeren voor
eventuele temporele verbeteringen in ondersteunende zorg vergeleken de
onderzoekers ook patiënten die ondanks diagnose in 2007-2012 geen HMAs hadden
gekregen (n=395) met gematchte patiënten die gediagnostiseerd waren in 2001-2004
(n=484). Panel B laat zien dat de OS niet significant verschilde tussen deze
beide groepen patiënten (HR 1,09; p=0,34).
De
onderzoekers concluderen dat de introductie in 2004/2006 van HMA-behandeling
voor CMML in oudere patiënten heeft geresulteerd in significant OS-profijt, en
dat dit profijt niet kan worden verklaard uit verbetering van ondersteunende
zorg.
1.Zeidan AM, Hu X, Long JB et al.
Hypomethylating agent therapy use and survival in older patients with chronic
myelomonocytic leukemia in the United States: A large population-based study. Cancer
2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)