Patiënten
met solitaire synchrone hersenmetastase (SBM) van overigens vroeg-stadium NSCLC
hebben verlengde overleving na chirurgische resectie. De waarde van adjuvante
chemotherapie (ACT) in deze patiënten is niet bekend. Dr. Sarah Shin (University
at Buffalo NY) en collega’s hebben een analyse van het overlevingsprofijt van
ACT in deze patiënten uitgevoerd. Shin presenteert de analyse
op de Annual Meeting van ASCO
die zaterdag in Chicago begint.1
In de National Cancer Database identificeerden
de onderzoekers 90.518 patiënten die tussen begin 2010 en eind 2014 resectie van
de primaire tumor ondergingen voor NSCLC. Van deze patiënten hadden 807 SBM.
Van deze patiënten includeerden de onderzoekes de patiënten met pathologisch
bevestigde N0- (n=419) en N1- (n=101) ziekte in de analyse. Er waren 339
patiënten die ACT kregen versus 181 patiënten die geen ACT kregen. Er waren
geen statistisch significante verschillen tussen de ACT- en niet-ACT groepen in
termen van geslacht, ras, inkomen, nodale status, of histologie. Patiënten die geen
ACT kregen waren ouder (mediaan 64 versus 58 jaar ; p<0,001). ACT was
geassocieerd met betere overall survival
(HR 0,51; 95%-bti 0,39-0,66). De één-jaars overleving was 83% met ACT versus
57% zonder ACT, en de vijf-jaars overleving was 33% met ACT versus 18% zonder
ACT.
De
onderzoekers concluderen dat ACT na thoraxchirurgie voor N0-1 NSCLC met SBM in
deze analyse geassocieerd was met betere overleving.
1.Shin S et al. ASCO Annual Meeting
2017; abstr. 8525
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)