
Tussen begin 1999 en eind 2018 werden in de twee centra 769 patiënten met unilateraal TNBC behandeld, onder wie 119 (15,45%) CPM ondergingen. De vrouwen die CPM ondergingen waren meer-frequent wit (p<0,001), waren jonger (p<0,001), en werden meer-frequent genetisch getest (p<0,001). De mediane follow-up was 3,7 jaar. De figuur laat zien dat CPM geassocieerd was met borderline significant overall survival voordeel (95,1% versus 85,0% na vijf jaar; p=0,05), zonder effect op de lokaal- en afstands-recidiefvrije overleving. Na exclusie van BCRA-mutatiedragers was het OS-verschil niet langer significant (94,1% versus 85,2% na vijf jaar; p=0,12). Onder de BRCA-mutatiedragers was er een trend van betere OS met CPM (97,2% versus 84,1% na vijf jaar; p=0,35). Onder de patiënten die geen CPM ondergingen bedroeg het percentage met nieuw primair mammacarcinoom 2,2% (15/673). Onder deze vijftien patiënten waren drie (20%) bekend als BRCA-mutatiedragers.
De onderzoekers concluderen dat de studie geen significant overlevingsvoordeel heeft laten zien met CPM voor TNBC in patiënten zonder BRCA-mutaties.
1.Fasano GA, Bayard S, Chen Y et al. Survival outcomes in women with unilateral, triple-negative, breast cancer correlated with contralateral prophylactic mastectomy. Ann Surg Oncol 2023; epub ahead of print